Inhoudsopgave
Advertenties
Gevarenzone
16. BIJ HET KNIPPEN VAN KORTE STUKKEN
BETONSTAAL KAN HET AFGEKNIPTE
DEEL WEGSPRINGEN, ZOALS DE
BOVENSTAANDE AFBEELDING TOONT.
LET ER DAAROM BIJ HET KNIPPEN VAN
BETONSTAAL OP DAT ZICH NIEMAND IN
DE MOGELIJKE GEVARENZONE BEVINDT.
17. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
HET LADEN VAN ACCU'S
1 Gebruik uitsluitend de Max-acculader
JC928 en de Max-accu JPL925.
Gebruik van andere accu's/acculaders kan
leiden tot oververhitting van de accu of
brand, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
2 Sluit de oplader aan op een
stopcontact met een spanning van
100 - 240 VAC.
Gebruik van andere voltages kan leiden
tot oververhitting of onvoldoende
opladen van de accu, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
3 Gebruik nooit een transformator.
4 Sluit de acculader nooit aan op een
gelijkstroom-motorgenerator.
Dit kan leiden tot een defecte lader of
beschadiging door oververhitting.
5 Laad de accu niet op in de regen, in
de buurt van opspattend water of in
een vochtige omgeving.
De acculader is uitsluitend bedoeld voor
gebruik binnenshuis. Het opladen van een
vochtige of natte accu kan leiden tot
stroomschokken of kortsluiting, met brand en
bijkomende schade als mogelijk resultaat.
6 Raak het stroomsnoer of de stekker
niet aan met een natte hand of
handschoen.
Dit kan leiden tot stroomschokken met
lichamelijk letsel als gevolg.
7 Plaats geen doek of andere
afdekking op de acculader tijdens
het opladen van de accu.
Dit leidt tot oververhitting van de oplader,
met brandschade als mogelijk resultaat.
8 Houdt de accu en de acculader uit de
buurt van hittebronnen en vlammen.
9 Laad de accu niet op in de buurt van
brandbare stoffen.
10 Voer het opladen uit op een plaats met
goede ventilatie.
Plaats de oplader tijdens het opladen
niet in direct zonlicht.
11 Gebruik de oplader niet continu.
Geef de oplader tussen oplaadbeurten
15 minuten pauze; dit voorkomt
functionele storingen.
12 Laat niets de ventilatiegaten of de
contactdoos van de accuhouder
blokkeren; dit kan leiden tot
stroomschokken of functionele
storingen.
Zorg ervoor dat de oplader tijdens het
gebruik vrij is van stof of andere
verontreinigingen.
13 Ga voorzichtig met het stroomsnoer om.
Draag de oplader niet aan het
stroomsnoer. Trek niet aan het
stroomsnoer om de stekker uit een
stopcontact te trekken: hierdoor kunnen
de stroomaders breken of kan kortsluiting
ontstaan. Laat het stroomsnoer niet in
contact komen met scherpe
gereedschappen, hete stoffen, olie of vet.
Laat een beschadigd stroomsnoer
repareren of vervangen.
14 Probeer geen niet-oplaadbare accu's of
batterijen op te laden met deze oplader.
15 Deze oplader is niet bedoeld voor
gebruik zonder toezicht door kinderen
of personen met een beperking.
16 Zorg ervoor dat kinderen niet met de
oplader spelen: houd toezicht op hen.
17 Plaats een beschermkap op de
contactpunten van de accu.
Dek de contactpunten van de accu af
wanneer de accu niet wordt gebruikt, om
kortsluiting van de polen te voorkomen.
Houd de accu uit de buurt van metalen
voorwerpen zoals paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven of andere
kleine metalen voorwerpen die de
accupolen met elkaar kunnen verbinden.
18 Bewaar het apparaat tijdens de zomer
niet in een voertuig of in direct
zonlicht. Opslag bij hoge temperaturen
kan de accu beschadigen.
19 Berg geen volledig ontladen accu op.
Een accu kan beschadigd raken
doordat hij in ontladen toestand uit het
apparaat wordt genomen en gedurende
lange tijd niet wordt gebruikt. Laad de
accu direct na het ontladen weer op.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
