eerder geactiveerde kookzones worden
verdeeld, in omgekeerde volgorde van
selectie.
• Voor kookzones met verminderd
vermogen knippert het bedieningspaneel
tweemaal en toont het de maximaal
mogelijke warmte-instellingen.
• Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de kookstand van de
laatst geselecteerde kookzone. De
kookzones blijven werken met de
verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien
nodig handmatig de warmte-instellingen
van de kookzones.
• De afzuigkap is altijd beschikbaar als
elektrische belasting.
6.9 Afzuigkapfuncties
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De afzuigkap in- en uitschakelen
De afzuigkap kan tijdens de kooksessie
tegelijkertijd met de kookplaat werken maar
ook terwijl de kookplaat is uitgeschakeld.
1. Druk op
om de afzuigkap in te
schakelen.
Er klinkt een signaal en er verschijnen
indicatoren boven het symbool.
2. Pas de instelling van de
ventilatorsnelheid zo nodig aan door op
het symbool te drukken. De
indicatielampjes veranderen om de
huidige ventilatorsnelheid weer te geven.
3. Om de afzuigkap uit te schakelen, drukt u
herhaaldelijk op
indicatielampjes boven het symbool
verdwijnen.
AUTO
De functie past de ventilatorsnelheid
automatisch aan op basis van het
16
NEDERLANDS
totdat de
geselecteerde warmteniveau van de
kookplaat.
Als je de kookplaat voor de eerste keer
gebruikt, wordt de functie standaard
geactiveerd.
Je kunt de functie inschakelen terwijl de
kookplaat is ingeschakeld en geen van de
kookzones actief is, of op elk moment tijdens
de kooksessie.
Als je de functie activeert terwijl de
kookplaat is uitgeschakeld, geen van de
kookzones werkt en er geen restwarmte
zichtbaar is op het bedieningspaneel,
wordt de functie na enkele seconden
vanzelf uitgeschakeld.
1. Houd
ingedrukt om de kookplaat in te
schakelen.
2. Druk op AUTO om de functie te activeren.
Er klinkt een signaal en er verschijnen
indicatoren boven het symbool.
3. Plaats kookgerei op de kookplaat en
selecteer een warmteniveau. Verhoog of
verlaag indien nodig het warmteniveau.
De afzuigkap reageert op het warmteniveau,
waardoor de ventilatorsnelheid
dienovereenkomstig wordt verhoogd of
verlaagd. De indicatielampjes boven het
symbool van de afzuigkap verschijnen.
4. Druk op 0 op de regelbalk van de
kookplaat om een kookzone uit te
schakelen of op
schakelen.
Als de restwarmte-indicator verschijnt, blijft
AUTO de ventilatorsnelheid aanpassen.
5. Druk op AUTO om de functie tijdens het
koken uit te schakelen en over te
schakelen op handmatige bediening.
Er klinkt een signaal en het indicatielampje
boven het symbool verdwijnt.
om de kookplaat uit te