Bij sommige modellen zijn er twee
flexibele kookzones, links en rechts.
Gebruik de bedieningsstang rechtsvoor
om PowerSlide aan de rechterkant te
bedienen.
Gebruik slechts één pan met een
minimale bodemdiameter van 160mm
wanneer u de functie gebruikt.
1. Plaats het juiste kookgerei aan de
linkerkant van de kookzone.
2. Houd
ingedrukt om de kookplaat in te
schakelen.
Er klinkt een signaal en er verschijnen
indicatoren boven
3. Druk op .
om de functie te activeren.
Er klinkt een signaal en er verschijnen
indicatoren boven het symbool.
4. Beweeg het kookgerei naar behoefte
heen en weer op de kookzone. Om de
8. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
8.1 Pannen
Voor inductiekookzones creëert een sterk
elektromagnetisch veld de hitte in de
pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
en
.
positie van het kookgerei te wijzigen, tilt u
het op en plaatst u het op een ander deel
van het gebied. Schuif het kookgerei niet,
omdat dit krassen en verkleuring van het
oppervlak kan veroorzaken.
Het warmte-instellingsniveau op de regelbalk
wordt automatisch aangepast.
5. Om de standaard warmte-
instellingsniveaus te wijzigen, verplaats je
het kookgerei naar het gebied dat je als
eerste wilt aanpassen.
6. Druk op een van de beschikbare warmte-
instellingsniveaus op de bedieningsbalk
linksvoor.
De bijgewerkte warmte-instellingsniveaus
worden onthouden voor de volgende keer dat
je de functie gebruikt.
7. Herhaal zo nodig de procedure voor de
overige kookzones.
8. Om de functie uit te schakelen, druk je op
. Je kunt ook op 0 drukken op de
bedieningsbalk linksvoor.
Er klinkt een signaal en het indicatielampje
boven het symbool verdwijnt. Het warmte-
instellingsniveau verandert in 0.
Je kunt een timer instellen terwijl PowerSlide
in werking is. In dit geval schakelt de timer de
kookzones niet uit als de ingestelde tijd is
verstreken. De timer beïnvloedt alle drie de
kookzones die tegelijkertijd door de functie
worden geactiveerd.
• De bodem van de pannen moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
• Schuif of wrijf de pan niet over het
keramische glas, om krassen te
voorkomen.
Panmaterialen
• goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
NEDERLANDS
23