Veiligheidsvoorzieningen
De machine is standaard voorzien van de volgende
veiligheidsvoorzieningen:
•
Hoofdschakelaar
•
Dekselschakelaar
•
Kortsluit- en overbelastingsbeveiliging
•
Afscherming pomp ventilatoren
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar (Fig. 2-1) kan de machine
spanningsloos gemaakt worden. Tevens kan de
hoofdschakelaar gebruikt worden als noodstop.
•
Dekselschakelaar
De dekselschakelaar voorkomt dat de sealbalk(en) ten gevolge van een storing of defect heet kunnen
worden, als de deksel open staat.
W
AARSCHUWING
D
E BEVEILIGING WERKT CORRECT ALS DE MACHINE START MET VACUMEREN
DEKSEL BIJNA GESLOTEN IS
CORRECTE WERKING WORDEN GECONTROLEERD EN
WORDEN GEREPAREERD
•
Kortsluit- en overbelastingsbeveiliging
De machine is voorzien van beveiligingen die voorkomen dat componenten door overbelasting of
kortsluiting oververhit kunnen raken.
Opmerkingen
•
De overbelastingsbeveiliging van de sealtransformatoren zijn zelfherstellend, dat wil zeggen, dat
de beveiliging zichzelf herstelt als de transformator voldoende is afgekoeld. Werk langzamer met
de machine of verlaag de sealtijd als de overbelastingsbeveiliging regelmatig aanspreekt. Vaak
aanspreken van de overbelastingsbeveiliging verkort de levensduur van de transformator.
•
Bij sommige machines kan extra sealvermogen (§ 3.2.4) worden geïnstalleerd, waardoor er vaker
en langer kan worden geseald. Raadpleeg de dealer.
•
De kortsluitbeveiliging van de sealtransformator is niet zelfherstellend, dat wil zeggen dat de
transformator moet worden vervangen als deze beveiliging aanspreekt.
Raadpleeg hiervoor de dealer.
•
Afscherming pomp-ventilatoren
De vacuümpomp is voorzien van een afscherming die aanraking met de draaiende ventilator voorkomt.
Beveiligingen
•
Alle beveiligingen moeten juist gemonteerd zijn en mogen uitsluitend voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden worden verwijderd door daartoe opgeleide, bevoegde servicetechnici.
•
De machine mag nooit worden gebruikt indien de veiligheidsvoorzieningen niet compleet of niet
aanwezig zijn, dan wel buiten werking zijn gesteld of geraakt.
•
Beveiligingen mogen nooit worden overbrugd.
8
. D
EZE VEILIGHEIDSVOORZIENING MOET REGELMATIG OP
.
Veiligheidsvoorschriften
Fig. 2-1: Hoofdschakelaar
,
,
,
INDIEN NODIG
ONMIDDELLIJK
96.06.5.0510-IM-nl/06.03
ALS DE