De pomp dient als volgt te worden gevuld met olie (Fig. 8-1, Fig. 8-2, Fig. 8-3 of Fig. 8-4):
1. (Bij dubbelkamer modellen): verwijder de zijwand van de machine.
2. Verwijder de olievuldop.
3. Giet olie in de pomp, tot aan het max.-merkteken.
Gebruik olie volgens DIN 51506, smeeroliegroep VC, zie onder: 'Technische specificaties'.
Raadpleeg de dealer bij twijfel.
4. Sluit de olievulopening af met de olievuldop.
5. Controleer het olieniveau na enkele verpakkingscycli en vul zonodig olie bij.
6. (Bij dubbelkamer modellen): breng de zijwand van de machine weer aan.
8.4.4 Olie verversen
Het verversen van olie dient op de onderstaande wijze te gebeuren (Fig. 8-1, Fig. 8-2, Fig. 8-3 of Fig.
8-4):
1. Draai de pomp warm.
2. Belucht de vacuümkamer (de deksel staat open).
3. Schakel de machine uit en haal de steker uit het stopcontact
W
D
BIJ WERKZAAMHEDEN AAN DE POMP
TE WARM IS
4. Tap de olie af, door de aftapplug te verwijderen.
Opmerking
Vang de olie op, om deze volgens de plaatselijk geldende voorschriften
milieuvriendelijk te laten verwerken.
5. Breng de aftapplug weer aan, als er geen olie meer uit de pomp komt.
6. Laat de pomp maximaal twee seconden draaien.
7. Tap nu nogmaals olie af en breng de aftapplug weer aan
8. Verwijder de olievuldop
9. Vul de pomp met de juiste olie (§ 8.4.3).
10. Breng de olievuldop weer aan
11. Reset bij de E-besturing de "Oil"-melding. Druk 5 seconden op de stop-toets. De machine start
opnieuw op.
Opmerkingen
•
•
8.5 Oliedempers en veren
De machines met een transparante deksel zijn voorzien van gasveren om de deksel te openen, nadat de
vacuümkamer is belucht.
De machines met de metalen deksel zijn voorzien van oliedempers en veren om de deksel te openen,
nadat de vacuümkamer is belucht.
•
Laat de gasveren, of veren en de oliedempers elke vijf jaar door de dealer controleren en, indien nodig,
vervangen.
•
Laat de gasveren vervangen als de deksel niet goed meer open gaat.
32
AARSCHUWING
E BEDRIJFSTEMPERATUUR VAN DE POMP IS
.
Bij het verpakken van vochtige producten moeten de beginstanden voor de olie-
wisselindicator met de helft worden verlaagd. Voor de standaard instellingen, zie
Tabel 3.
Indien de olie sterk vervuild is en/of te veel vocht bevat, is het noodzakelijk om
de beginstanden van de oliewisselindicator te verlagen (§ 5.2.3).
70 °C
OF HOGER
,
OF LAAT DE POMP VOLDOENDE AFKOELEN ALS DEZE
Onderhoud
. G
EBRUIK HANDSCHOENEN
96.06.5.0510-IM-nl/06.03