Afbeelding 48.
Opmerking: de functies die gedeactiveerd zijn, kunnen
niet worden gebruikt in de functie "Geheugen opslaan" -
weergegeven in Afbeelding 49. (functie 2 is niet
beschikbaar).
Afbeelding 49.
Functies selecteren voor
Functiewerkzaamheden - hiermee kunt u
kiezen welke functies worden ingeschakeld
wanneer de functiemodus wordt
geactiveerd.
Om functies voor functiewerkzaamheden te selecteren:
Toegang tot het Instel- en Configuratie-menu.
Gebruik de rechterknop [36] om het pictogram te
markeren.
Afbeelding 50.
Druk op de rechterknop [36] om te bevestigen.
Gebruik de rechterknop [36] om het functienummer
te markeren.
Druk op de rechterknop [36] om te bevestigen - het
pictogram van de gekozen parameter verschijnt in
het onderste gedeelte van de display.
Nederlands
Druk op knop [37] om terug te keren naar het
hoofdmenu.
Functiemodus - de gebruiker kan enkel met
geselecteerde functies te werken.
Opmerking: Allereerst moeten gebruikers
functies selecteren die kunnen worden
gebruikt in de Functiemodus (Toegangsbeheer ->
functies voor Functiewerkzaamheden selecteren)
Om de Functiemodus te activeren:
Toegang tot het Instel- en Configuratie-menu.
Gebruik de rechterknop [36] om het pictogram
Functiemodus te markeren.
Druk op de rechterknop [36]. Het menu
Functiemodus wordt weergegeven op de display.
Gebruik de rechterknop [36] om een van de opties
op de onderstaande afbeelding te markeren.
X
- Functiemodus annuleren
- Activeer de Functiemodus
Druk op de rechterknop [36] om de selectie te
bevestigen.
21
Afbeelding 51.
Afbeelding 52.
Afbeelding 53.
Nederlands