Elektrische installatie
4.4 Aansluitschema kooiklemmen
®
Afbeelding 4.3 toont de VLT
OneGearDrive V210 met aansluitkast in steraansluiting en de aansluiting op de thermische
beveiliging.
Afbeelding 4.3 Aansluitschema kooiklemmen
Beschrijving
Omvormeruitgang
U
Motorwikkeling
V
W
Veiligheidsaarde
PE
T1
1)
Temperatuurbeveiliging
T2
KTY 84-130
Tabel 4.1 Aansluitingen kooiklemmen
®
1) Maak bij aansluiting op de VLT
sensor 1. Informatie over parameterinstellingen en programmering vindt u in de betreffende bedieningshandleiding.
2) Gebruik de maximaal toegestane dwarsdoorsnede niet in combinatie met een kabelschoen.
T1
KTY 84-130
T2
Tabel 4.2 Aansluitingen T1 en T2
1) Alleen als die is aangesloten.
LET OP
Draai na het aansluiten alle 4 schroeven op de afdekking van de aansluitkast vast. Het aanhaalmoment bedraagt 3 Nm
(26,6 in-lb).
MG75C610
Bedieningshandleiding
V1
U1
U
U
Kleur
Zwart
Blauw
Bruin
Geel/groen
Wit
Bruin
AutomationDrive FC 302 en de VLT
®
1)
VLT
AutomationDrive FC 302
Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden.
W1
V
W
PE
T1
T2
V
W
Typische dwarsdoorsnede
1,5 mm²/16 AWG
1,5 mm²/16 AWG
0,75 mm²/20 AWG
®
Decentral Drive FCD 302 gebruik van de analoge ingangsklem 54, KTY-
®
VLT
Decentral Drive FCD 302
KTY-sensor 1
Analoge ingang 54
Maximale dwarsdoorsnede
2)
4 mm²/12 AWG
4 mm²/12 AWG
1,5 mm²/16 AWG
1)
4
4
15