Als de bekabeling niet afgeschermd of getwist is, kunnen er EMC invloeden optreden bij
langere lengtes.
Houdt de thermostaat bekabeling altijd gescheiden van voedingskabels en andere 230V kabels.
Het niet volgen van deze richtlijnen kan ertoe leiden dat de installatie slecht functioneert en kan
eventueel zelfs leiden tot een defect in het toestel of thermostaat.
4.6 Controle voor het in bedrijf nemen
Voordat het toestel in bedrijf wordt genomen is het noodzakelijk om de installatie op de
volgende punten te controleren.
• Bedrading, Zorg eerst dat de heater spanningsloos is door de stekker uit de contactdoos
te nemen en kijk dan of de verbinding in orde is en de draden goed vastzitten.
• Gasdichtheid, Open de gaskraan en kijk of de heater gasdicht is. Gebruik bijvoorbeeld
lekspray.
• Netspanning, Controleer of de netspanning voldoende is
• Doorstroming transport- en verbrandingslucht, Controleer of de afvoer van transport- en
verbrandingslucht vrij is van obstakels. Op deze manier voorkomt u dat de heater blijft
werken terwijl de afvoer van lucht geblokkeerd is.
• Branderdruk, Als de branderdruk te laag of te hoog is, werkt de heater niet; zie
Branderdruk meten
• Vlamsignaal Vlamdetectie vindt in de heater plaats met een ionisatiepen: Een ionisatiepen
meet de sterkte van het vlamsignaal dat ontstaat als een vlam aanwezig is. Als het
vlamsignaal te laag is, werkt de heater niet.
• CO-waarde en CO2-gehalte in rookgas Te veel CO en/of CO2 in een ruimte kan
mensen, dieren en gewassen schaden. Controleer daarom altijd of de CO-waarde en
het CO2-gehalte in het rookgas dat de heater uitstoot, conform de voorschriften is; zie
Verbrandingswaarden meten (pag. .
• Algemene werking heater.
5 Werking van het toestel
5.1 Functie toets op toestel
Op de schakelkast van het toestel zit een functietoets, deze heeft meerdere functies.
Door deze toets 5 seconden in te drukken (b in het display) zal het toestel gaan starten en gaan
branden. Het toestel is uit te zetten door nogmaals 2 seconden op deze toets te drukken.
Gebeurt dit niet dan zal na 24 uur het toestel automatisch weer uit gaan.
Door de toets 7 seconden in te drukken (F in het display) gaat het toestel ventileren, deze
ventilatie stand zal ook na 24 uur vanzelf weer uit gaan, tenzij eerder op de functietoets
(2 seconden) gedrukt wordt.
Als het toestel op storing staat zal door op deze knop te drukken de storing gereset worden.
5.2 Warmtevraag
De warmtevraag kan automatisch via de ruimtethermostaat regeling dan wel handmatig worden
gegenereerd.
De warmtevraag kan handmatig worden gegenereerd door 1 x kort op de functietoets op de
besturingskast te drukken. Deze warmtevraag duurt maximaal 1 uur.
Als er door de thermostaat warmtevraag wordt aangegeven, dan zal de volgende cyclus
starten:
.
1. Interne controle: Het toestel doen een aantal interne controles voordat er fysiek iets
gebeurt
2. Gasdruk controle: Het toestel zal controleren of de minimale gasdruk aanwezig is, de
gasdrukschakelaar moet gemaakt zijn
Installatie en gebruikshandleiding DXA heater
pag 9