3. Voorspoelen: De besturing geeft spanning aan de systeemventilator en deze zal gaan
draaien en de vaanschakelaar van de transportbewaking zal dan bij voldoende transport
schakelen en het voorspoelen van het toestel vrijgeven. Display print
4. Ontsteken: Na de voorspoeltijd (15 seconden) zal de ontstekingselektrode ca 5
seconden. gaan vonken en de gasklep geopend worden en het gas-luchtmengsel zal
ontstoken worden. Display print
5. Branden: Als de vlam gedetecteerd is op basis van voldoende ionisatiestroom, gaat het
toestel over naar de bedrijfs mode Display print
6. Einde warmtevraag: Als de warmtevraag wegvalt, zal de brander uit gaan en het toestel
zal ca. 1 minuten gaan na ventileren om het toestel na te koelen en extra luchtcirculatie
t.b.v. een optimale menging van de lucht. Display print
Het toestel zal maximaal 5 ontsteekpogingen doen alvorens in vlamstoring te vallen.
Bij vlamwegval tijdens bedrijf zal het toestel 3 herstartpoging doen.
Display print knipperend A gevolgd door een volgnummer (in dit geval een 1) en op het display
van de ruimtethermostaat wordt eveneens de storing 1 weergegeven.
Na 1 uur branden zal besturing van het toestel een veiligheidscontrole uitvoeren. Het brander
stopt en zal na de controle automatisch weer opstarten.
5.3 Vertraagd inkomen
Omdat er vaak meerdere toestellen tegelijk aangestuurd worden is het handig dat niet alle
toestellen tegelijk aan slaan. Als de gaskleppen van alle toestellen tegelijk open gaan, ontstaat
er soms een te grote dip in de gastoevoerdruk. Om dit te voorkomen Zal het toestel een
willekeurige tijd wachten tot het reageert op de warmtevraag. Zo komen de toestellen gespreid
in en zal de dip in de gasdruk beperkt blijven.
5.4 Ventilatie stand
Door middel van het aansluiten van de optionele interface print kan de systeemfan van het
toestel aangestuurd worden zonder dat het toestel gaat branden. In het display van het toestel
komt dan een F te staan.
De ventilatiestand kan ook handmatig worden ingeschakeld door 2X kort op de functietoets op
het toestel te drukken. Deze ventilatie stand blijft dan maximaal 1 uur actief.
5.5 Temperatuurbeveilig
De temperatuurbeveiliging is uit gevoerd met een dubbele temperatuursensor (NTC) op de
zijkant van de verbrandingskamer van het toestel.
Als de verbrandingskamer temperatuur te hoog wordt, dan wordt het toestel uitgeschakeld en
zal pas weer inschakelen als de verbrandingskamer voldoende is afgekoeld. Display print:
Knipperend E/1
Als het toestel veel te heet wordt, bijv. als de systeemventilator defect is dan valt het toestel in
storing en de regeling wordt vergrendeld. Display print: knipperend A/2 en. Het toestel dient
dan na het oplossen van de storing met de hand te worden gereset met de resetknop op het
toestel.
5.6 Transport bewaking, vaanschakelaar
In de luchtstroom van de transportventilator is een vaanschakelaar gemonteerd.
Deze vaanschakelaar moet schakelen anders komt het toestel niet in bedrijf. (E8 storing) Als de
vaanschakelaar uitschakelt zal het toestel stoppen en even later een herstart doen. Als het
toestel dan weer normaal functioneert is er niets aan de hand, als de storing vaker dan 5 keer in
1 warmtevraag voorkomt zal het toestel permanent vergrendelen op A8.
Ook de ruststand wordt gecontroleerd, dat betekend dat als de schakelaar gemaakt staat terwijl
de ventilator nog niet draait dat het toestel dan op storing E8 gaat.
5.7 Minimum gasdruk schakelaar
De voordruk moet buiten bedrijf én tijdens bedrijf van het toestel bij aardgas tussen de 20 en
30mbar en bij propaangas tussen de 25 en 57,5 mbar liggen.
Installatie en gebruikshandleiding DXA heater
2
b
1
P
pag 10