Voer tijdens een algemene onderhoudsbeurt de volgende werkzaamheden uit:
Open het inspectieluik van de romp en maak vooral de romp, de bladen van de
ventilatoren, de ventilatormotoren, de vaan- en luchtdrukschakelaar en de
maximaalthermostaat schoon.
•
Smeer delen en bouten die voor onderhoud regelmatig worden losgemaakt, met olie in.
•
Controleer of bedrading, bouten en moeren vastzitten.
•
Open de gaskraan en controleer de heater en de gasslang op gasdichtheid.
6.2 Uitgebreid onderhoud bij gebruik in een stal
Tijdens onderhoudswerkzaamheden moet de heater spanningsloos zijn. Neem dus de stekker
uit de contactdoos.
Gebruik geen water tijdens het reinigen van de heater.
Heaters die in een stal worden gebruikt, moet u na elke mestcyclus en vóór het strooien van
zaagsel reinigen en controleren. U doet dit als volgt:
1. Blaas met behulp van perslucht de onderdelen van de heater schoon, vooral de buiten-
en binnenkant van de romp, de bladen van de ventilatoren, de motoren, de vaan- en
luchtdrukschakelaar en de maximaalthermostaat.
2. Maak de motoren volledig stofvrij omdat een stoflaag het huis van de motoren isoleert
waardoor de temperatuur van de motoren te hoog kan worden.
3. Veeg eventueel aangekoekt stof met een borstel schoon.
4. Reinig de branderset (zie Branderset reinigen (pag. 24)).
5. Schakel de spanning weer in en laat de heater direct enige tijd verwarmen zodat alle
eventueel overgebleven stofdelen verbranden.
6. Stop het verwarmen en dek de heater af nadat deze volledig is afgekoeld.
7. Zorg dat de heater spanningsloos is door de stekker uit de contactdoos te nemen.
8. Ontsmet de stal en strooi het zaagsel.
9. Haal de bedekking van de heater af.
Om er zeker van te zijn dat onderstaande instructies veilig en juist worden uitgevoerd,
moeten deze werkzaamheden door een servicemonteur uitgevoerd worden.
Voer na reiniging van de heater de volgende controles uit:
• Open de gaskraan en controleer de heater en de gasslang op gasdichtheid.
• Als de heater van zijn plaats is geweest, let er dan op dat de gasslangen goed
aangesloten zijn. Het losschieten of niet goed monteren van aansluitingen kan
brandgevaarlijke situaties opleveren.
• Controleer of de bedrading vastzit.
Voer tot slot dezelfde controles uit die tijdens de installatie van de heater ook worden uitgevoerd
1. Branderdruk meten;
2. verbrandingswaarden meten;
3. algemene werking controleren.
Wanneer u alle controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd, plaatst en sluit u de inspectieluiken.
Vervolgens kunt u de heater weer in bedrijf nemen.
6.3 Branderkop reinigen
De branderkop van het toestel kan eenvoudig uit het toestel
genomen worden.
• Open het inspectie luik
• Verwijder de gasbuis door de 2 wartelmoeren met
knelringen los te draaien.
• Neem de twee ontsteekkabels los door aan de
bougiedoppen te trekken.
• Draai de 4 moeren waarmee de branderkop in de
luchthapper vast zit los
• Neem de branderkop uit het toestel
Installatie en gebruikshandleiding DXA heater
9
10
6
4
8
7
pag 14