Oplossen van problemen
Probleem
Af en toe is een
ongewoon geluid
hoorbaar in de
behuizing.
De onderhoudsindicator
op de projector brandt of
knippert rood.
De projector kan niet
worden ingeschakeld of in
stand-by worden geplaatst
met de toetsen ON of
STANDBY op de projector.
De toetsen op de
projector en de
afstandsbediening zijn
niet beschikbaar.
Het beeld is groen op
COMPUTER 1of 2
(COMPONENT).
Het beeld is roze (niet
groen) op COMPUTER
1/ 2 of DVI (RGB).
De zwarte gebieden van
het beeld vertonen strepen
of lijken vaal wanneer DVI
of HDMI is geselecteerd.
Het beeld is te helder en
erg wit.
De koelventilator maakt
veel geluid.
De lamp brandt niet
nadat de projector is
ingeschakeld.
De lamp gaat tijdens het
projecteren plotseling uit
Het beeld flikkert soms.
Het duurt lang voordat
de lamp aangaat.
Het beeld is donker.
De afstandsbediening
werkt niet.
De projector is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van de microprocessor kan nadelig
beïnvloed worden door een verkeerde bediening of interferentie. Als dit gebeurt, moet u de stekker
uit het stopcontact trekken, minimaal 5 minuten wachten waarna u de stekker weer kunt insteken.
-80
∑ Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van
de behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur.
Dit zal de werking of de prestaties niet beïnvloeden.
∑ Zie "Onderhoudsindicators".
∑ Als het menu "Niv. Toetsvergr." is ingesteld op "Niveau A" of
"Niveau B" zijn de desbetreffende toetsen op de projector niet
beschikbaar. U moet de projector dan met de afstandsbediening
bedienen.
∑ Als het menu "Stack Instelling" is ingesteld op "Slave" en het
menu "Niv. Toetsvergr." is ingesteld op "Niveau B" zijn de toetsen
op de projector en de afstandsbediening niet beschikbaar.
Sluit de afstandsbediening op de projector aan en bedien de
projector vervolgens met de afstandsbediening.
∑ Wijzig de instelling voor het ingangssignaaltype.
∑ Pas de "Dynamisch bereik" instelling aan die resulteert in de
beste beeldkwaliteit.
∑ De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
∑ Wanneer de temperatuur in het inwendige van de projector
oploopt, gaat de koelventilator sneller draaien.
∑ De lampindicator licht rood op.
Vervang de lamp.
∑ De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten of de
aangesloten apparatuur werkt niet juist.
∑ Als dit vaak gebeurt, moet u de lamp vervangen.
∑ De lamp zal uiteindelijk vervangen moeten worden.
De lamp heeft het einde van haar levensduur bereikt. Vervang
de lamp.
∑ Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze naar de
afstandsbedieningssensor op de projector richt.
∑ De afstand tussen de afstandsbediening en de projector is te groot.
∑ Als er rechtstreeks zonlicht of het licht van een sterke fluorescerende
lamp op de afstandsbedieningssensor van de projector valt, moet u
de projector verplaatsen zodat er geen sterk licht meer op valt.
∑ Is een ø3,5 mm miniplug in de WIRED REMOTE-poort gestoken?
∑ De batterijen zijn uitgeput of verkeerd geplaatst. Controleer of
de batterijen juist geplaatst zijn of gebruik nieuwe batterijen.
Controle
Bladzijde
—
69
63
17
62
63
51
51
49
9,
10
66, 69, 70
69
24–27
72
72
16
16