Schakelnaaf bijrijder
Met de schakelnaaf kan de hoofdbestuurder de
manier van meefietsen van de bijrijder instellen.
Er zijn drie standen:
1. De pedalen van de bijrijder bewegen
onafhankelijk van de pedalen van de
hoofdbestuurder. De pedalen draaien vrij en
de bijrijder kan niet meefietsen.
2. De pedalen van de bijrijder bewegen
onafhankelijk van de pedalen van de
hoofdbestuurder. De bijrijder kan meefietsen.
3. De pedalen van de bijrijder bewegen mee met de pedalen van de hoofdbestuurder. De
bijrijder moet meefietsen.
Stel de schakelnaaf vóór het fietsen in op de gewenste stand. Wanneer er in een
andere stand gefietst wil worden, eerst de fiets tot stilstand brengen!
Armleuningen (optioneel)
Om het opstappen op de fiets te vergemakkelijken
kunt u de armleuning omhoog klappen. Als u zit,
kunt u de armleuning weer naar beneden klappen.
De armleuningen zijn geschikt om de armen op
te laten rusten. Gebruik de armleuningen dus
niet als steun bij het opstaan uit de stoel.
Zorg dat vingers en ledematen niet bekneld
raken bij het bedienen van de armleuning!
Zwenkbare voetsteun (optioneel)
De voetsteun kan onder de zitting worden
weggeklapt.
Let op dat de voetsteun goed
in de vergrendeling valt!
Verkorte gebruiksaanwijzing | Fun2Go 18.06
3