Gebruikershandleiding voor filtersturing POOL-Control-40
genomen. De schakeluitgangen van de PC-40 zijn niet bedoeld voor de voeding van frequentieomvormers.
Let op de overeenkomstige aansluitschema's in deze gebruiksaanwijzing.
Laagspanning
Laagspanningskabels mogen niet samen met driefasige of AC-kabels in een kabelkanaal worden gelegd.
Het leggen van laagspanningskabels in de buurt van driefasige of AC-kabels moet over het algemeen
worden vermeden.
Netaansluiting bij gebruik van een driefasige pomp van 400V
Netaansluiting bij gebruik van een 230V-wisselstroom pomp
Netaansluiting bij gebruik van 230V pomp (met elektrische
De vanuit de fabriek voorziene brug tussen de twee klemmen WSK
(wikkelbe- schermingscontact) van de thermische motorbeveiliging moet
worden verwijderd wanneer een pomp wordt aangesloten met een
thermische motorbeveiliging. Als de pomp geen thermische motorbeveiliging
heeft, moet deze worden overbrugd.
Opgelet: Deze terminals hebben netspanning!
In het configuratiemenu moet het filterpomp type: Driefasige pomp worden
ge- selecteerd voor de filterpomp. De pomp wordt bewaakt door de
elektronische motorbeveiliging. De uitschakelstroom van de motorbeveiliging
moet worden ingesteld op de nominale stroom van de pomp (zie typeplaatje
filterpomp).
De vanuit de fabriek voorziene brug tussen de twee klemmen WSK
(wikkelbeschermingscontact) van de thermische motorbeveiliging moet
worden verwijderd wanneer een pomp wordt aangesloten met een
thermische motorbeveiliging. Als de pomp geen thermische motorbeveiliging
heeft, moet deze worden overbrugd. Opgelet: Deze terminals hebben
netspanning!
In het configuratiemenu moet de optie filterpomp type: Wisselstroompomp
worden geselecteerd voor de filterpomp. De pomp wordt bewaakt door de
elektronische motorbeveiliging. De uitschakelstroom van de motorbeveiliging
moet worden ingesteld op de nominale stroom van de pomp (zie typeplaatje
filterpomp).
motorbeveiliging)
Als een 230V-pomp moet worden bewaakt door de elektronische
motorbeveiliging, moet het optie filterpomp type: Driefasige pomp worden
geselecteerd
voor
de
motorbeveiliging moet worden ingesteld op de nominale stroom van de
pomp (zie typeplaatje). Om de elektronische motorbeveiliging correct te
laten werken, moet de motorstroom door alle 3 schakelcontacten van de
filterbesturing worden geleid (brugaansluitingen L2 en L3 evenals U1 en V1,
verbinden pomp met W1). De vanuit de fabriek voorziene brug tussen de
twee klemmen WSK (wikkelbeschermingscontact) van de thermische
motorbeveiliging moet worden verwijderd wanneer een pomp wordt
aangesloten met een thermische motorbeveiliging. Als de pomp geen
thermische motorbeveiliging heeft, moet deze worden overbrugd.
Opgelet: Deze terminals hebben netspanning!
Pagina 6 (24)
filterpomp.
De
uitschakelstroom
van
de