de bundel wordt onderbroken.
Bevestig de houder aan de lichtsluis. Hiermee kan de sensor aan een statief worden
vastgemaakt. Lijn de sensor voor de interne modus zo uit dat het voorwerp tussen
de armen van de sluis beweegt en daarbij de bundel onderbreekt. Voor de externe
lasermodus is het eenvoudiger om de laser eerst uit te lijnen op de sensor en daarna
de lichtsluis totdat de LED uitgaat.
Uitgang
Infraroodbron
Detector-stijgtijd
Detector daaltijd
Spectrale
gevoeligheid van de
externe detector
Parallax-afwijking
Voeding
Wieldiameter
Wielomtrek
Aantal spaken
Stapgrootte
Stalen houder
Laag: 0.17 V (uitgang is laag en LED is uit bij
ononderbroken bundel)
Hoog: 4.90 V (uitgang is hoog en LED is aan bij
onderbroken bundel).
Piek bij 880 nm
2 μs
0.5 μs
500 – 1050 nm
Voor een voorwerp dat binnen 1cm van de detector
beweegt met een snelheid van lager dan 10m/s, is het
verschil tussen ware en effectieve lengte minder dan 1
mm.
5 V gelijkspanning (± 5%) at 26mA
In de groef = 0.064m Op de rand = 0.067m
In de groef = 0.20m Op de rand = 0.21m
10
hoek = 0.6283 rad = 36°
Afstand = 0.020m tot 0.021m, afhankelijk van de
draaddikte.
10 pulsen (stappen) per omwenteling.
Lengte = 0.13 m
Gebruikershandleiding Lichtsluis 0662i | 7