Serieschakeling van Lichtsluizen
Tot vijf lichtsluizen kunnen in serie worden verbonden met één enkele interface
ingang. Verbind daartoe poort B met de interface en poort A van de eerste lichtsluis
met poort B van de volgende lichtsluis enz. De verbinding tussen de lichtsluizen
gebeurt middels een los verkrijgbare IEEE1394-kabel.
N.B.: Bij meerdere in serie geschakelde lichtsluizen in Coach niet in staat om te
bepalen welke lichtsluis onderbroken is. De beste opstelling voor deze configuratie is
om de doorkomsttijden te meten en goed te onthouden in welke volgorde het
voorwerp de lichtsluizen passeert.
Figuur 2: Serieschakeling van meerder lichtsluizen.
Het gatenwiel
Het gatenwiel wordt via een schuif met de lichtsluis verbonden. Indien het element
juist is geplaatst, dan onderbreken de spaken van het wiel de infrarode bundel van
de lichtsluis.
Het gaten wiel is een katrolwiel met zeer weinig
wrijving en met tien spaken. De draaiing van het
wiel kan worden gevolgd doordat de spaken de
lichtbundel van de lichtsluis onderbreken. De
sensor is niet in staat om de draairichting van
het wiel, of een verandering daarvan, vast te
stellen. Het gatenwiel kan daarom alleen
worden gebruikt bij een beweging in één
richting, zoals in:
• De proef van Atwood.
• Een modelbootje die voortgetrokken
4 | Gebruikershandleiding Lichtsluis 0662i