4.1
AAN/UIT-schakelaar
Druk op deze knop om uw monitor aan of uit te schakelen. NB: de AAN/UIT-schakelaar ontkoppelt
uw monitor niet van de netvoeding. Om volledig te ontkoppelen van de netvoeding, dient u de
stroomstekker uit de aansluiting te verwijderen.
4.2
Stroom-LED
Het voedingslampje is blauw wanneer de monitor normaal werkt. Deze LED gaat amberkleurig
branden als de monitor in de slaapstand gaat staan. Deze LED brandt niet als de monitor is
uitgeschakeld.
4.3
Menu-eigenschappen
Alle volgende eigenschappen van uw monitor kunnen worden geopend en aangepast met het
OSD-menusysteem.
1.
Druk op de stroomknop (POWER) om de monitor in te schakelen.
2.
Druk op de menuknop (MENU) om het OSD-menu te activeren. Het OSD-hoofdmenu zal
worden weergegeven.
3.
Om het hoofdmenu of submenu te bekijken, drukt u op "+" op het voorpaneel van uw monitor
om omhoog te bladeren of op "-" om omlaag te bladeren. Druk vervolgens op de knop "OK" om
een gemarkeerde functie te selecteren.
Als de markering aan de bovenzijde van het menu is gekomen, keert het terug naar de onderzijde
van het menu. Als de markering aan de bovenzijde van het menu is gekomen, keert het terug naar
de onderzijde van het menu.
4.
Druk op de knop "+" of "-" om de geselecteerde optie aan te passen.
5.
Selecteer "Save" (Opslaan) en keer terug. Als u de instelling niet wilt opslaan, selecteert u
"Cancel" (Annuleren) in het submenu of "Exit" (Sluiten) in het hoofdmenu.
6.
Druk op de menuknop (MENU) om het OSD-menu te sluiten.
Hoofdstuk IV. Instructie voor gebruik
7