Lichtmanagement
De uitschakelhelderheid bedraagt daarbij ca. 400 lux. Daarmee kan
de automatische initiële detectie gedeactiveerd worden.Voorbeeld-
toepassing: Orientatie-helderheid in woonruimten.
Na het instellen de sierring weer opsteken. De neus van de
helderheidssensor moet in de uitsparing in de sierring (3) vastklikken.
De test-LED (4) dient als diagnose- en instelhulp (zie hfdst. Functie van
de test- LED, pagina 27) en is alleen bij verwijderde sierring zichtbaar.
Installatie en testinstelling
•
Inzetmoduul installeren.
•
Toegewezen verlichting (b.v. werkplekverlichting) en netkabels
aansluiten.
•
Aanwezigheidsmelder opsteken.
•
Regelaar time op kortste tijd (test,
•
1 sec.) instellen (zie afbeelding D).
•
Regelaar lux op dagbedrijf (zonsymbool) instellen (zie afbeelding D).
•
Netspanning inschakelen.
De aanwezigheidsmelder schakelt de aangesloten verlichting voor een
kalibreercyclus gedurende ca. 1 minuut in. Tijdens het inmeten is geen
bediening mogelijk.Het toestel schakelt vervolgens uit en staat dan in de
testmodus.
Iedere gedetecteerde beweging schakelt nu het toestel minimaal 1
seconde (natriggerend) in.
Vervolgens kan een looptest geschieden en het detectiegebied
gecontroleerd worden. Zo nodig het opsteekmasker gebruiken (z. hfdst.
Opsteekmasker pagina 19).
Aanwezigheidsmelder
'standaard'
Art.-nr.: PMS 360 WW
D
5