Pagina 1
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage Bewegingsmelder plafondmontage Art.-Nr.: DAW 360 WW Bewegingsmelder plafondmontage Art.-Nr.: DAW 360 AL Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd, kunnen schade aan het apparaat, brand of an- dere gevaren ontstaan.
Pagina 2
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage (9) Sierring (10) Opsteekplaat 3 Functie Bedoeld gebruik Automatisch schakelen van verlichting afhankelijk van warmtebeweging en omgevingshel- derheid. Bediening met inbouweenheid voor dimmen, schakelen of nevenaansluitingeenheid 3- draads Plafondmontage op inbouweenheid Producteigenschappen Nalooptijd, gevoeligheid en helderheidsdrempel instelbaar Testbedrijf ter controle van de registratiezone Kortbedrijf voor aansturen van signaleringen Afdimfase in combinatie met dimeeenheid...
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage 4 Bediening Licht inschakelen Een nevenaansluiting 2-draads of een installatiedrukknop, maakcontact, is aangesloten. Nevenaansluiting of installatiedrukknop bedienen. Licht wordt helderheidsonafhankelijk ingeschakeld, bij dimeeenheid op inschakelhelderheid Automatisch bedrijf is actief. i Na het handmatig inschakelen is de nalooptijd minimaal 2 minuten. i Handmatig uitschakelen is niet mogelijk.
Pagina 4
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage Montageplaats kiezen Afbeelding 2: Sensorvenster en registratiezone De bewegingsmelder heeft een registratiezone van 360° (afbeelding 2). De diameter van de re- gistratiezone is afhankelijk van de montagehoogte en de bewegingsrichting van personen in de registratiezone (afbeelding 3). Bij een montagehoogte van 3 m is de maximale doorsnede op de vloer ca.
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage Bewegingsmelderelement monteren Beweginsgmelder zodanig uitrichten dat de helderheidssensor op de van het raam afge- keerde zijde ligt. Zo wordt de invloed van strooilicht gereduceerd. Inbouweenheid correct aansluiten en overeenkomstig de uitrichting van de bewegingsmel- der monteren (zie handleiding inbouweenheid). i Voor opbouwmontage opbouwbehuizing gebruiken.
Pagina 6
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage Registratiezone verlaten en op schakelgedrag letten. Schakelt de bewegingsmelder in, dan moeten storingsbronnen worden opgeheven (zie re- gistratiezone beperken). Registratiezone afpassen. Wanneer de registratiezone te groot is, registratiezone beperken (zie registratiezone be- perken). Wanneer de registratiezone te klein is, registratiezone met nevenaansluiting uitbreiden. Instellingen voor nalooptijd, helderheidsdrempel en gevoeligheid uitvoeren, om de melder bedrijfsklaar te maken.
Lichtmanagement Bewegingsmelder plafondmontage Sierring opsteken. Testbedrijf / Kortbedrijf instellen De bewegingsmelder kan op kortbedrijf worden ingesteld, om daarmee bijv. een akoestische signalering aan te sturen. Bij een herkende beweging schakelt de bewegingsmelder afhankelijk van de helderheid gedurende 1 seconde in. Zolang bewegingen worden herkend, volgt opnieuw inschakelen na een vergrendelingstijd van ca.
Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. Verzendt het apparaat s.v.p. vrij van porto met een beschrijving van de fout aan onze centrale klantenservice: ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Service Center Kupferstr. 17-19 D-44532 Lünen Service-Line: +49 (0) 23 55 .