Afdrukproblemen
Mogelijke
Probleem
oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
geen stroom.
drukt niet af.
Het apparaat is niet
als
standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende:
•
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de
voorklep.
•
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op
pagina 52.)
•
De papierlade is leeg. Plaats papier. (Zie "Papier in de
lade plaatsen" op pagina 31.)
•
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de
tonercassette.
Neem contact op met de serviceafdeling als er een
systeemfout optreedt.
De
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is niet
goed aangesloten.
De
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is
mogelijk defect.
De poortinstelling
is verkeerd.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Het
printerstuurprogra
mma is mogelijk
niet goed
geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet goed.
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het netsnoer is
aangesloten.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het apparaat los en
sluit hem opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op
een andere computer die naar
behoren werkt en druk een document
af. U kunt ook proberen om een
andere kabel voor uw apparaat te
gebruiken.
Controleer de printerinstellingen in
Windows om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort wordt
gestuurd. Als uw computer meerdere
poorten heeft controleert u of het
apparaat op de juiste poort is
aangesloten.
Controleer de Voorkeursinstellingen
voor afdrukken om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
Herstel de apparaatsoftware. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een
USB-apparaat" op pagina 26.)
•
Controleer of de LED's op het
bedieningspaneel een systeemfout
aangeven. Neem contact op met
een medewerker van de
klantenservice.
•
U kunt een foutbericht ook
controleren vanuit Smart Panel op
uw computer.
Problemen oplossen_ 55
Mogelijke
Probleem
oorzaak
Het apparaat
Het document is zo
drukt niet af.
groot dat er
onvoldoende
ruimte is op de
harde schijf van de
computer om
toegang te krijgen
tot de afdruktaak.
De uitvoerlade is
vol.
Het apparaat
De papieroptie die
haalt papier uit
in de
de verkeerde
Voorkeursinstelli
invoerbron.
ngen voor
afdrukken is
geselecteerd is
mogelijk onjuist.
Een afdruktaak
De afdruktaak is
wordt uiterst
mogelijk zeer
langzaam
complex.
afgedrukt.
De helft van de
De afdrukstand
pagina is leeg.
werd mogelijk
verkeerd ingesteld.
Het ingestelde
papierformaat
stemt niet overeen
met het formaat
van het papier in
de lade.
Voorgestelde oplossingen
Maak extra ruimte vrij op de harde
schijf en druk het document opnieuw
af.
De uitvoerlade kan tot 80 vellen
normaal papier bevatten. Wanneer het
papier uit de uitvoerlade is verwijderd,
gaat het apparaat door met afdrukken.
In veel softwaretoepassingen kan de
lade worden geselecteerd op het
tabblad Papier in de
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken Selecteer de juiste
papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
Maak de pagina minder complex of
wijzig de instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
Wijzig de afdrukstand in het
desbetreffende programma.
Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma.
Controleer of het papierformaat dat is
ingesteld in het
printerstuurprogramma overeenstemt
met het papier in de papierlade.
Controleer of het papierformaat dat is
ingesteld in het
printerstuurprogramma overeenstemt
met het papier dat is geselecteerd in
het programma dat u gebruikt.