5. Stel de doseerschuifaanslag in op de schaalwaarde uit de strooitabel.
6. Schakel de trekker en aandrijving van de machine in.
7. Open de doseerschuif voor de voorafgaandelijk vastgelegde afdraaiproeftijd
(bv. 60 seconden). Sluit de doseerschuif na deze tijd weer.
8. Schakel de aandrijving van de machine en de trekker uit. Contactsleutel ver-
wijderen.
9. Afgedraaide hoeveelheid bepalen.
10. Vergelijk de reële hoeveelheid met de streefhoeveelheid.
Reële hoeveelheid = streefhoeveelheid: Instelhendel aan de doseer-
schuif is correct ingesteld.
Afdraaiproef beëindigen.
Reële hoeveelheid < streefhoeveelheid: Instelhendel aan de doseer-
schuif op hogere waarde instellen en afdraaiproef herhalen.
Reële hoeveelheid > streefhoeveelheid: Instelhendels aan de doseer-
schuivf op lagere waarde instellen en afdraaiproef herhalen.
Machine-instellingen
8
65