8.4
Strooitabel gebruiken
8.4.1
Aanwijzingen bij de strooitabel
De waarden in de strooitabel zijn op de testinstallatie van de fabrikant bepaald.
Het daarvoor gebruikte strooimiddel werd gekocht bij de fabrikant of in de handel.
Ervaringen tonen aan dat het strooimiddel waarover u beschikt – zelfs bij identie-
ke benaming – vanwege opslag en transport andere strooi-eigenschappen kan
vertonen.
Daardoor kan met de in de strooitabellen aangegeven strooierinstellingen een
andere strooihoeveelheid en een minder goede strooimiddelverdeling ontstaan.
Neem daarom goed nota van de volgende aanwijzingen:
Let absoluut op de daadwerkelijk uitstromende strooihoeveelheid door een
afdraaiproef (zie hoofdstuk
Neem goed nota van de instelwaarden. Ook een gering afwijkende instelling
kan zorgen voor een aanzienlijk nadelig effect op het strooibeeld.
De instellingen voor niet in de strooitabel opgesomde strooimiddelen dient u
door een afdraaiproef te bepalen.
Bij kleine werkbreedten kunt u het toerental van de strooischijf reduceren. Voer
met het nieuwe toerental een nieuwe afdraaiproef uit.
Voor de juiste strooierinstellingen overeenkomstig het daadwerkelijk gebruikte
strooimiddel is het bedieningspersoneel verantwoordelijk.
Wij wijzen er uitdrukkelijk op, dat geen aansprakelijkheid wordt aanvaard voor
vervolgschade ten gevolge van strooifouten.
Machine-instellingen
8.5: Afdraaiproef, pagina
LET OP
LET OP
63).
8
55