8
|
Elektrische installatie
8.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten
8.2 Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur
40
Draadtype
Eenaderige draad
Gevlochten geleider met
rond oog
▪
De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet langer zijn dan de
andere draden.
Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten)
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren kunnen gaan
nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
OPMERKING
▪
Houd de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden. De
transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
▪
Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm van elkaar worden
gehouden om eventuele elektrische storingen te voorkomen.
Werkwijze om het frontrooster te plaatsen
c b
A
A´
a
a Eenaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
B
a
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
Toegestaan
NIET toegelaten
1-3
CTXM15+FTXM20~42+ATXM20~35R2/5V1B + FTXM50~71R2V1B +
AA´
c
a
a
b
c
B
4-aderige kabel
1,5 mm²~2,5 mm² en geschikt
voor 220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
Daikin kamerairconditioner
4P518023-8M – 2022.05
ATXM50R2V1B