7.2.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen
7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
7.2.5 Leidinguiteinde optrompen
CTXM15+FTXM20~42+ATXM20~35R2/5V1B + FTXM50~71R2V1B +
ATXM50R2V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518023-8M – 2022.05
OPMERKING
Open de afsluiter van het koelmiddel NIET vooraleer de koelmiddelleiding
gecontroleerd te hebben. Wanneer u koelmiddel moet bijvullen, wordt geadviseerd
de afsluiter van het koelmiddel te openen vooraleer bij te vullen.
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u leidingen aansluit:
▪
Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie wanneer u
een flaremoer aansluit. Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer
stevig vast te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan
te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren
en lekken.
a
b
c
d
a Momentsleutel
b Moersleutel
c Leidingverbinding
d Flaremoer
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten
moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat er geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
7
Installatie van de leidingen
|
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
8,7~9,1
33~39
12,8~13,2
50~60
16,2~16,6
62~75
19,3~19,7
Flarevorm (mm)
90°
±2
ØA
R=
0.4~0.8
Uitgebreide handleiding voor de installateur
35