1.1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
1.1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Wat voor soort toestellen kunnen worden gebruikt?
Met deze PBX kunt u de volgende telefoontypes gebruiken:
•
Panasonic IP-systeemtoestel (IP-PT)
(bijv. KX-NT346 of KX-NT366)
•
SIP-toestel
(bijv. KX-HGT100)
•
Panasonic systeemtoestel (PT)
(bijv. KX-T7636 of KX-DT346)
•
Panasonic draagbare handset (HS)
(bijv. KX-WT125 of KX-TD7690)
•
Enkelvoudig toestel (SLT)
(bijv. pulstelefoon met draaischijf)
Welke funkties beschikbaar zijn, hangt af van het telefoontype dat wordt gebruikt. Als u een Panasonic
systeemtoestel gebruikt met een speciale funktietoets zoals
instrukties voor "eenvoudig programmeren" volgen met behulp van de betreffende toets of met behulp van
displayteksten. Als u een toestel met een groot display (bijv. KX-NT346 of KX-T7636) gebruikt, kunt u voor de
bedieningsfunkties de teksten op het display volgen. Als uw telefoon geen funktietoetsen en/of een display
heeft, kunt u de PBX bedienen via het invoeren van een funktienummer. Volg de instrukties die voor uw
toesteltype van toepassing zijn. Als u gebruik maakt van een Console, funktioneren de toetsen van de Console
zoals de toetsen op het aangesloten systeemtoestel.
Registratie van uw draagbare handset (HS)/SIP-toestel
Voordat u uw HS/SIP-toestel in gebruik neemt, dient deze via systeemprogrammering te worden aangemeld
bij de PBX en moet het een toestelnummer toegewezen krijgen. Raadpleeg "Informatie van uw toestel" in
hoofdstuk "3.1.2 Instellen via de Programmeermodus" om het toestelnummer van uw HS te bevestigen.
Gebruikers van een SIP-toestel volgen de instructies voor het SIP-toestel.
Funktienummers
Voor bepaalde funkties dient u specifieke funktienummers in te voeren (en een extra parameter, indien nodig).
Er zijn twee soorten funktienummers, te weten:
•
Flexibel funktienummer
•
Vast funktienummer
Vaste funktienummers kunnen niet worden gewijzigd. Echter, u kunt de flexibele nummers wijzigen in andere
nummers om het gebruik te vereenvoudigen. De in deze handleiding vermelde instelwaarden zijn
standaardinstellingen (fabrieksinstelling).
18
Bedieningshandleiding
en/of een display (Display PT), kunt u de
REDIAL
•
Als u een Panasonic systeemtoe-
stel gebruikt dat geen funktietoet-
sen heeft, kunt u een nog niet ge-
bruikte flexibele toets als funktie-
toets programmeren. Zie
"3.1.3 Aanpassen van de toet-
sen".