3.9 Aansluiting X10 & X11 - Relaisuitgang 1 & 2
Deze aansluiting wordt gedefinieerd als een uitgang en kan een 24V DC-relais aansturen met een maximaal
constant vermogen van 60 mA. Deze kan gebruikt worden om een extern apparaat in en uit te schakelen.
Om een relais aan te sturen moet de uitgang beveiligd zijn.
Uitgang: frequentie < 10Hz
1.
1. Aarde
2.
2. Relaisuitgang 24V - 60 mA
De functie is identiek aan aansluiting X19 van de basisprint UWA2-B.
Deze aansluiting wordt gebruikt om een storingsmelding te geven. Indien in het apparaat een storingsmelding
wordt gegeven, wordt op aansluiting X19 een contact gesloten.
De werking van X19 op de UWA2-B (basisprint) wordt ingesteld door stap nummer 16.1 .)
(
3.10 Aansluiting X12 & X13 - 0–10V invoer 1 & 2
Deze aansluitingen zijn analoge ingangen. Ze meten de uitgangsspanning van een aangesloten apparaat binnen
het bereik van 0 tot 10V. De resolutie is 0,1V, de nauwkeurigheid moet +/- 0,1V of beter zijn. Responstijd max. 1
seconde (insteltijd).
1.
1. Aarde
2.
2. V
in
Het apparaat moet via 0-10V met een extern apparaat kunnen communiceren, bijvoorbeeld met een CO
Hiervoor kan een component met een 0-10V-uitgang aangesloten worden op een van de twee 0-10V-ingangen
X12 of X13 van de uitbreidingsprint. In het instellingenmenu moet een minimum en maximum spanning worden
ingevoerd waartussen het apparaat navenant moet reageren.
De functie van 0-10V-ingangen kan in menu 10 "0-10V" van het ventilatieapparaat worden geprogrammeerd.
▪ X12 is 0-10v-ingang 1
▪
▪ X13 is 0-10v-ingang 2
▪
De volgende opties zijn beschikbaar:
A. Moet de ingang worden gebruikt (aan/uit)?
A.
B. Wat moet de minimum spanning zijn waarop de ventilatoren het debiet gaan verhogen? 0 Volt is standaard.
B.
C. Wat moet de maximum spanning zijn waarop de ventilatoren het maximale debiet gaan produceren? 10
C.
Volt is standaard.
PCB UWA-2E 617018-B
-sensor.
2