Eenheid °C / °F omschakelen
De temperatuur wordt vanuit de fabriek in °C weergegeven.
Ga als volgt te werk, voor het omschakelen van de eenheid voor
de temperatuur:
1. Druk op de toets UNIT (5), voor het omschakelen van de
eenheid.
ð Op het display wordt de gekozen eenheid °C of °F
weergegeven.
Achtergrondverlichting activeren
1. De toets licht/drukeenheid (8) ca. 3 seconden ingedrukt
houden.
ð De achtergrondverlichting is geactiveerd.
2. De toets licht/drukeenheid (8) opnieuw ca. 3 seconden
ingedrukt houden, om de achtergrondverlichting te
deactiveren.
Indoor / Outdoor-functie instellen
In de meetmodus WBGT kan voor meer nauwkeurige
meetresultaten een keuze worden gemaakt voor een meting in
binnenruimten (Indoor) of in de buitenlucht (Outdoor). Ga hierbij
als volgt te werk:
1. In de meetmodus WBGT de toets UNIT (5) ca. 3 seconden
ingedrukt houden.
ð Op het display (1) wordt de actuele instelling "Indoor" of
"Outdoor" kort weergegeven.
Eenheid hPa / inHg / mmHg omschakelen
Om de luchtdruk te bepalen, heeft het apparaat de beschikking
over drie meeteenheden: hPa / inHg / mmHg. Ga als volgt te
werk, om hiertussen om te schakelen:
1. Druk kort op de toets licht/drukeenheid (8).
ð De actueel geselecteerde meeteenheid voor de
luchtdruk wordt weergegeven in de indicatie voor de
luchtdrukeenheid.
10
Instellen van de luchtdrukdrempelwaarde
De luchtdrukdrempelwaarde kan handmatig worden ingesteld
bij het apparaat. Wordt een regelmatige onnauwkeurigheid/
afwijking van de drukweergave geconstateerd kan dit rondom
het nulpunt binnen een bereik van ±3 hPa worden afgesteld. Ga
als volgt te werk voor het instellen van de waarde:
1. De toets SET(9) ca. 3 seconden ingedrukt houden.
ð De actueel ingestelde luchtdrukdrempelwaarde knippert
op het display (1).
2. Nu kan de gewenste waarde worden ingesteld, door de
toets HOLD (2) en de toets licht/drukeenheid (8) te
gebruiken.
3. Druk op de toets HOLD (2), om de waarde in stappen van
0,1 te verhogen.
4. Druk op de toets licht/drukeenheid (8), om de waarde in
stappen van 0,1 te verlagen.
5. De toets aan/uit (3) ca. 3 seconden ingedrukt houden, om
de geselecteerde waarde te opslaan.
ð De melding "Save" verschijnt kort op het display (1) en
de gekozen luchtdrukdrempelwaarde is opgeslagen als
instelling.
Instellen van de drempelwaarde voor Globe Temperature,
relatieve luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur
De drempelwaarden voor de metingen van Globe Temperature,
relatieve luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur kunnen
handmatig worden ingesteld bij het apparaat. Bij een
regelmatige onnauwkeurigheid/afwijking van de
drempelwaarde, kunnen ze rondom het nulpunt binnen een
bereik van ±9,9 °C, ±9,9 °F en ±9,9 % worden afgesteld. Ga
als volgt te werk voor het instellen van de waarden:
Globe Temperature:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Tegelijk de toets MODE (10) en de toets licht/
drukeenheid (8) ingedrukt houden en kort op de toets aan/
uit (3) drukken.
ð Op het display (1) wordt de waarde "0.0" weergegeven.
3. De toets MODE (10) en de toets licht/drukeenheid (8) weer
loslaten.
4. Om vervolgens de drempelwaarde voor de Globe
Temperature te verhogen, de toets UNIT (5) ingedrukt
houden en kort op de toets HOLD (2) drukken.
ð De drempelwaarde wordt in stappen van 0,1 verhoogd.
5. Om de drempelwaarde voor de Globe Temperature te
verlagen, de toets UNIT (5) ingedrukt houden en kort op de
toets licht/drukeenheid (8) drukken.
ð De drempelwaarde wordt in stappen van 0,1 verlaagd.
6. Druk tegelijk op de toets MODE (10) en de toets aan/uit (3)
om de ingestelde drempelwaarde op te slaan.
ð De melding "Save" verschijnt kort op het display (1) en
de gekozen drempelwaarde is opgeslagen als instelling.
7. Schakel het apparaat uit en start het opnieuw op, om
verder te kunnen gaan met de gewijzigde instellingen.
thermohygrometer TC100
NL