5.1 Installeren algemeen
De installatie van het toestel:
1. Plaatsen van het toestel (§5.2)
2. Aansluiten van de condensafvoer (§5.3)
3. Aansluiten van de kanalen (§5.4)
4. Elektrische aansluiting (§5.5)
Het installeren dient te geschieden overeenkomstig:
• Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen, ISSO 61
• Kwaliteitseisen gebalanceerde ventilatie woningen,ISSO 62
• De capaciteitsberekening conform het Bouwbesluit
5.2 Plaatsen toestel
De Renovent Excellent kan middels de daartoe meegeleverde
ophangbeugels direct aan de wand worden bevestigd. Voor
een trillingsvrij resultaat dient een massieve wand met een mi-
nimale massa van 200 kg/m
metaalstut wand voldoet niet! Extra maatregelen zoals dubbele
beplating of extra stuts zijn dan noodzakelijk. Ten behoeve van
plaatsing op vloer (met dezelfde minimale massa) is een mon-
tagestoel leverbaar.
Verder dient rekening gehouden te worden met de volgende
punten:
• Het toestel moet geïnstalleerd worden in een geïsoleerde
vorstvrije ruimte om o.a. bevriezing van de condensafvoer te
voorkomen.
• Het toestel moet waterpas worden geplaatst.
• Het toestel mag niet worden geïnstalleerd in een ruimte met
De condensafvoer wordt bij de Renovent Excellent door het onderpaneel geleid.
Het condenswater moet via de binnenriolering worden afgevoerd.
De condensafvoer aansluiting wordt los bij het toestel meegeleverd en moet door
de installateur onder in het toestel worden geschroefd. Deze condensafvoeraan-
sluiting heeft een uitwendige aansluitdiameter van 32 mm.
Hierop kan middels een lijmverbinding (eventueel een haakse bocht) de condens-
afvoerleiding worden gemonteerd. De installateur kan de condensafvoer in de ge-
wenste positie onder in het toestel lijmen. De afvoer moet onder de waterspiegel
in de zwanenhals eindigen. Giet, voordat de condensafvoer op het toestel wordt
aangesloten, water in de sifon of de zwanenhals om een waterslot te krijgen.
5.4 Aansluiten kanalen
Alle luchtkanalen moeten luchtdicht worden gemonteerd.
Het luchtafvoerkanaal hoeft niet van een inregelklep te worden
voorzien; de luchthoeveelheden worden door het toestel zelf
geregeld.
Er moet voor de Renovent Excellent 400 een kanaaldiameter
van 180 mm worden toegepast; voor de Renovent Excellent 300
kan worden volstaan met kanaaldiameter van 160 mm.
extra isolatie overbodig.
Om aan de eisen voor een maximaal installatiegeluids-
12
Hoofdstuk 5
te worden gebruikt. Een gibo- of
2
Renovent Excellent 300/ 400 612010-V
Installeren
• Voorschriften ventilatie woningen/woongebouwen, NEN 1087
• De veiligheidsbepalingen laagspanningsinstallaties, NEN 1010
• De voorschriften voor het aansluiten op de binnenriolering in
woningen en woongebouwen, NEN 3287
• Eventuele aanvullende voorschriften van de plaatselijke ener-
giebedrijven
• De installatievoorschriften van de Renovent Excellent
• Naast de hierboven vermelde ontwerp- en installatie-eisen en
aanbevelingen moet de nationale bouw- en ventilatieregelge-
ving te worden gerespecteerd.
een hoge luchtvochtigheid (zoals een badkamer)
- Om condensvorming op toestel te voorkomen moet de opstel-
lingsruimte worden geventileerd.
• De opstellingsruimte moet zodanig worden gekozen, dat een
goede condensafvoer met waterslot en verval voor condens-
water gemaakt kan worden.
• Om versneld bouwvocht af te voeren dient de woning voor in
gebruikname een periode op natuurlijke wijze geventileerd te
worden.
houd voor een vrije ruimte van minimaal 70 cm aan de voor-
zijde van het toestel en een vrije stahoogte van 1,8 m.
• Zorg altijd voor minimaal 20 cm vrije ruimte boven de display-
kap, zodat deze altijd kan worden losgenomen.
Lijmverbinding;
Ø32 mm
Om het geluid van de ventilatoren van en naar de woning
-
Het toevoerkanalensysteem dient te worden uitgevoerd over-
eenkomstig tabel 4 NEN 1070.
Hierbij dient rekening te worden gehouden met overspraak en
installatiegeluid, ook bij instortkanalen. Voorkom overspraak
door het kanaal met afzonderlijke aftakkingen naar de ventie-
len toe uit te voeren. Zo nodig dienen de toevoerkanalen te
worden geïsoleerd, bijvoorbeeld wanneer deze buiten de ge-
isoleerde schil worden aangebracht.
-
Schroefverbinding