Inhoudsopgave
Advertenties
6.2.3
De watertank vullen
1. Controleer of alle filters nog correct gemonteerd zijn.
6.2.3.1 De watertank vullen met oppervlaktewater
Opmerking
Er moet een opstelling met externe pomp en slang zijn
geïnstalleerd.
Let op
De heetwaterunit mag niet worden gebruikt tijdens het vullen
met oppervlaktewater.
Let op
Laat de hogedrukpomp nooit drooglopen (behalve in situaties
zoals beschreven onder
pagina
54).
Let op
Zuig geen zand van de bodem aan!
1. Zorg dat de zuigslang in het oppervlaktewater is
ondergedompeld of is aangesloten op een watertoevoer.
2. Schakel de pomp in.
3.
Bepaal de dosis waterontharder op pagina
4.
Voeg waterontharder toe aan de watertank op pagina
Opmerking
De vlotter stopt de toevoer van water wanneer het maximale
peil is bereikt.
5. Vul de watertank tot de peilstok aangeeft dat er voldoende
water is voor de
6. Verwijder alle filters (grof, normaal en fijn filter).
7. Spoel de filters schoon.
8. Plaats de filters.
6.2.3.2 De watertank vullen met kraanwater
1. Sluit de toevoerslang met de bajonetkoppeling aan op het
watervulpunt op de watertank.
2.
Bepaal de dosis waterontharder op pagina
3.
Voeg waterontharder toe aan de watertank op pagina
4. Open de aftapkraan tot de peilstok aangeeft dat er
voldoende water is voor de
5. Verwijder alle filters (grof, normaal en fijn filter).
De machine buiten bedrijf stellen op
geplande taak op pagina
geplande taak op pagina
47
49.
50.
43.
49.
50.
43.
Advertenties
Inhoudsopgave
