6
|
Installatie van de unit
Uitgebreide handleiding voor de installateur
24
WAARSCHUWING
▪
De reeks vloermodellen CVXM-A en FVXM-A mag ALLEEN worden gecombineerd
met systemen met een totale hoeveelheid koelmiddel van <1,842 kg. Dit
betekent dat wanneer u ze combineert met 3MXM40- of 3MXM52-buitenunits,
de totale leidinglengte van vloeibaar koelmiddel ≤30 m MOET zijn.
▪
Voor CVXM-A9 en FVXM-A9, zie
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken
afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die
een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie
dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet
worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische draden op een gepaste
afstand van stereotoestellen, pc's, enz. te installeren.
Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van televisietoestellen en radio's
om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand
van 1 meter soms NIET.
▪
Fluorescentielampen. Let op de volgende punten voor de installatie van een
draadloze
afstandsbediening
fluorescentielampen:
-
Installeer de draadloze afstandsbediening (gebruikersinterface) zo dicht
mogelijk bij de binnenunit.
-
Installeer de binnenunit zo ver mogelijk van de fluorescerentielampen.
▪
Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade kan
veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪
Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht van de unit
geen overlast veroorzaakt en die voldoet aan de geldende wetgeving.
▪
Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd wordt.
▪
Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd.
▪
Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan 30°C en er een
relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of wanneer er verse lucht in de
muur wordt geleid, is er extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte
van minstens 10 mm).
▪
Sterkte van de muur of de vloer. Controleer of de muur of de vloer sterk genoeg
is om het gewicht van de unit te dragen. Als er een risico is, verstevig de muur of
de vloer dan alvorens de unit te installeren.
Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen:
▪
Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic
onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken
veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze
plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪
Waar de spanning veel schommelt
▪
In voertuigen of schepen
▪
In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen
"Minimum vloeroppervlakte
(gebruikersinterface)
CVXM-A, FVXM-A, CVXM-A9, FVXM-A9, FVXTM-A
4
bepalen" [
25].
in
een
kamer
met
Split-systeemairconditioners
4P625991-1F – 2022.09