Onderhoud
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 2 bedrijfsuren
Na de eerste 5 bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Jaarlijks
Jaarlijks of vóór stalling
De machine veilig
onderhouden
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht aan de machine:
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Draag altijd oogbescherming terwijl u de machine
afstelt of herstelt om uw ogen te beschermen tegen
vreemde objecten die de machine kan uitwerpen.
•
Controleer regelmatig of alle bevestigingen vast
zitten en het veilig is om de machine te gebruiken.
•
Verander de instellingen van de motor niet.
Gebruik ter vervanging uitsluitend originele
onderdelen en accessoires van Toro.
Vóór onderhoudswerk-
zaamheden
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
Onderhoudsprocedure
• Controleer de tractiekabel en stel deze af indien nodig.
• Controleer de kabel van de wormas/impeller en stel deze af indien nodig.
• De motorolie verversen.
• Controleer het oliepeil van de motor en voeg olie toe indien nodig.
• De motorolie verversen. Ververs de olie in de motor om de 25 bedrijfsuren als u
de motor zwaar belast.
• Bougie vervangen.
• Controleer de glijders en de schraper stel ze indien nodig af.
• Controleer de tractiekabel; indien nodig afstellen of vervangen.
• Controleer de kabel van de boor/rotor; indien nodig afstellen of vervangen.
• Controleer het oliepeil in de tandwielkast van de wormas en voeg olie toe indien
nodig.
• Smeer de zeshoekige as.
• Controleer de bandenspanning en pomp de banden op tot 1,16-1,37 bar.
• Laat de brandstof uitlekken en laat de motor draaien tot de brandstoftank en de
carburator leeg zijn aan het einde van het seizoen.
• Laat een erkende servicedealer de aandrijfriem van de tractie en/of van de boor/rotor
vervangen indien nodig.
3.
Koppel de bougiekabel af. Zie
(bladz.
24).
19
Bougie vervangen