3
Over de unit
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
3.1
Systeemlay-out
a
Voorpaneel
b
Servicedeksel
c
SSID-klever
d
Luchtfilter
e
Intelligent eye sensor
f
Dicht de spleet van de buisopening af met stopverf
g
Koelmiddelleiding, afvoerslang en kabel tussen de units
h
Isolatietape
i
Titaniumapatiet luchtzuiveringsfilter en zilverdeeltjesfilter
(Ag-ion-filter)
3.2
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Werkingsstand
(a)(b)
Koelen
▪ Buitentemperatuur: –10~46°C
▪ Binnentemperatuur: 18~32°C
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
(a)
Verwarmen
▪ Buitentemperatuur: –15~24°C
▪ Binnentemperatuur: 10~30°C
(a)
Drogen
▪ Buitentemperatuur: –10~46°C
▪ Binnentemperatuur: 18~32°C
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
Indien gebruikt buiten het werkingsbereik:
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen.
(b)
Er kan condensatie op de binnenunit ontstaan en er af
druppelen.
3.3
Over de draadloosnetwerkadapter
Gedetailleerde specificaties, montage-instructies, instelmethoden,
FAQ, conformiteitsverklaring en de nieuwste versie van deze
handleiding vindt u op http://www.onlinecontroller.daikineurope.com.
INFORMATIE
▪ Daikin Industries Czech Republic s.r.o. verklaart dat de
radioapparatuur in deze unit conform de Richtlijn
2014/53/EU is.
▪ Deze unit wordt als gecombineerde apparatuur
beschouwd volgens de definitie van Richtlijn 2014/53/
EU.
CTXA15+FTXA25~50(A)(B)2V1B(W)(S)(T)(B)
Daikin kamerairconditioner
3P482320-7P – 2019.10
a
b
c
d
e
f
i
g
h
Werkingsgebied
3.3.1
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
de draadloze adapter
NIET gebruiken in de buurt van:
▪ Medische apparatuur. Bijv. personen met een pacemaker of een
defibrillator.
Dit
product
kan
veroorzaken.
▪ Automatisch werkende apparatuur. Bijv. automatische deuren
of brandalarmapparatuur. Dit product kan een slechte werking van
de apparatuur veroorzaken.
▪ Magnetron. Kan de draadloze LAN-communicatie beïnvloeden.
3.3.2
Basisparameters
Parameter
Frequentiebereik
Radioprotocol
Radiofrequentiekanaal
Uitgangsvermogen
Effectief uitgestraald vermogen
Elektrische voeding
4
Voorbereiding
4.1
Installatieplaats voorbereiden
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
4.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
▪ Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd
wordt.
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan
30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of
wanneer er verse lucht in de muur wordt geleid, is er extra isolatie
nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10 mm).
▪ Muursterkte. Controleer of de muur of de vloer sterk genoeg is
om het gewicht van de unit te dragen. Als er een risico is,
verstevig de muur of de vloer dan alvorens de unit te installeren.
▪ Afstand. Installeer de unit op minstens 1,8 m van de vloer en
houd rekening met de volgende vereisten inzake afstand tot de
muur en het plafond:
≥50
3 Over de unit
elektromagnetische
storingen
Waarde
2400 MHz~2483.5 MHz
IEEE 802.11b/g/n
1~11
0 dBm~18 dBm
17 dBm (11b) / 13 dBm (11g) /
12 dBm (11n)
DC 3,3 V / 500 mA
≥50
(mm)
Montagehandleiding
3