Opbouw en werking
Symbolen en eenheden:
[1/2
]
X
60
Strooischopeneenheid TS1, TS2 of TS3 voor telkens een
werkbreedtegebied op de strooischijf monteren
Werkbreedte in m (meter)
Positie van het toevoersysteem als waarde op de instelschaal of in-
voer in bedieningsterminal
Toerental strooischijf in min
Randstrooien
Grensstrooien
Slootstrooien
Telescoop A, B, C of D voor grensstrooien kiezen voor een halve
werkbreedte als grensafstand
Instelling 1, 2 of 3 op telescoop voor grensstrooien
0 - geen telescoop voor grensstrooien gebruiken
Strooischijftoerental bij grensstrooien
Hoeveelheidsreductie bij grensstrooien/slootstrooien in % voor invoer
in bedieningsterminal
Randstrooien zonder bijschakelen van de grensstrooischoepen
Inschakelpunt (punt waarop de schuiven ope-
nen) bij inrijden in het veld als afstand in m.
Gemeten van midden strooischijf tot midden
rijspoor in wendakker.
Uitschakelpunt (punt waarop de schuiven
sluiten) voor het inrijden in de wendakker als
weg in m.
Gemeten van midden strooischijf tot midden
rijspoor in wendakker.
Werprichting (ArgusTwin)
afhankelijk van de strooimethode
-1
ZA-TS BAG0088.23 07.23