Gebruik van de thermometer
1.
Sluit het thermokoppel (de thermokoppels) op de
ingang(en) aan.
A
2.
Druk op
om de thermometer aan te zetten.
Na 1 seconde toont de thermometer de eerste aflezing.
Als er geen thermokoppel op de geselecteerde ingang is
aangesloten of als het thermokoppel "open" is, geeft het
display "- - - -" weer.
Setup-opties wijzigen
Gebruik Setup om de instellingen voor type thermokoppel,
nulpuntsafwijking, rustmodus en lijnfrequentie te wijzigen.
De thermometer slaat de instellingen op in het geheugen.
De Setup-instellingen worden alleen maar teruggesteld als
de batterijen langer dan 2 minuten worden verwijderd.
Setup oproepen en afsluiten
Als de thermometer zich in de Setup-modus bevindt, geeft
het display s te zien.
•
D
Druk op
om Setup te starten of af te sluiten.
Setup-opties
Optie
Menu-item
TYPE
Type
thermokoppel
O
Nulpunts-
afwijking
SLP
Rustmodus
Li ne
Lijnfrequentie
51 & 52 Series II
Gebruik van de thermometer
Instellingen
J
K
T
E
,
,
of
T1
T2
of
(model 52)
on
(rustmodus aan)
of 0FF (rustmodus uit)
50 H
(50 Hz)
60 H
of
(60 Hz)
9