PROBLEEM
28.
Pinsetter werkt afwijkend.
Bedieningshandleiding voor GS-X Pinsetter met geavanceerde afscherming (CE)
OORZAAK
1.
Defecte A-schakelaar.
2.
Losse of defecte kabels en
aansluitingen.
3.
Schakelaars B, C, of D (op
schakelgroep) of schakelaar BB
(op geleidetoren van settafel) zijn
niet goed afgesteld.
4.
Hoogte van settafel is niet goed
afgesteld.
5.
Spanning van riemen niet goed
afgesteld.
6.
Beschadigde onderdelen van
pinsetter.
7.
Veerslot van pinhouder niet goed
afgesteld.
8.
Releasehefbomen zijn beschadigd
of niet juist afgesteld.
9.
Afstelling van schakelaar defect of
defecte montage.
10.
Afstelling van fotocel niet juist.
11.
Defecte motorrotatie.
12.
Hoofdstroomvoorziening op te laag
voltage.
13.
Defecte schakelgroepkabel,
alarmlampje en baldeurkabel.
14.
Defecte balliftkabel, foul & optical
trigger cable.
15.
Na controle van bovenstaande,
elektronica.
CORRIGERENDE
HANDELING
1.
Schakelaar vervangen.
2.
Gebruik elektromagneet- en
kabelchecker.
3.
Stel schakelaars of nok voor B, C,
of D en BB af.
4.
Pas de tafelhoogte aan.
5.
Controleer de spanning op alle
riemen. Riemen vervangen of
lassen indien nodig.
6.
Onderdelen repareren of
vervangen.
7.
Stel veerslot af.
8.
Vervang hefbomen of stel zo nodig
opnieuw af.
9.
Controleer de montage van
schakelaars. Controleer de
afstellingen.
10.
Stel baldetector af.
11.
Stel de juiste rotatie vast en pas
aan de juiste fasestatus aan.
12.
Gebruik de juiste lijnspanning.
13.
Reservekabel vervangen (ter
controle).
14.
Controleer kabels en repareer of
verwissel.
15.
Controleer kabels en repareer of
verwissel.
61