Tijdens het opstarten van de Nexgen-controller doorloopt de eenheid een opstartsequentie. Het LCD-display van
de controller geeft eerst "Brunswick GS-X" weer en dan "Software V 4.xx.xx EPROM OK". (xx.xx verwijst
naar de softwareversie, zoals 4.95.26). Nadat de controller is opgestart, wordt het selectiemenu voor instelmodi
weergegeven.
In het selectiemenu heeft u de volgende keuzes:
Scorer (scoringssysteem) - Gebruik deze modus wanneer de GS-X op een Frameworx- of Vector-
Tenpin (tienpins) - Gebruik deze instelling als de GS-X NIET op een scoringssysteem is
AS-90 - Deze instelling verschijnt alleen als softwareversie 4.08.03 of hoger is
Diag - Via deze selectie kan de monteur de geselecteerde pinsetter een diagnostische
Motor - Met deze selectie kan de monteur handmatig de pinsettermotoren op de
Pinlight (pinverlichting) - Met deze selectie gaat de pinlamp van de geselecteerde pinsetter aan.
Clean (reinigen) - Deze menuselectie zorgt ervoor dat de sweep omlaag komt zodra de
Bedieningshandleiding voor GS-X Pinsetter met geavanceerde afscherming (CE)
scoringssysteem is aangesloten. Deze selectie heeft geen submenu. Voor
firmwareversies voorafgaand aan 4.94 heeft deze modus de aanduiding
Frmwrx.
aangesloten of standalone werkt. Deze selectie heeft geen submenu.
geïnstalleerd in de Nexgen-kast. Gebruik deze instelling wanneer een GS-X is
aangesloten op een AS-80 of AS-90 scorer. Deze selectie heeft geen submenu.
cyclus laten doorlopen. Deze selectie heeft geen submenu.
geselecteerde machine laten draaien, door de pijltoets "omhoog" ingedrukt vast
te houden. Een submenu dat verschijnt wanneer de aan/uit-schakelaar aan staat
bevat de volgende opties:
Table CW (tafel rechtsom) - Met deze selectie draait de tafelmotor van de
geselecteerde baan met de klok mee.
Table CCW (tafel linksom) - Met deze selectie draait de tafelmotor van de
geselecteerde baan tegen de klok in.
Distrib - Met deze selectie wordt de motor van de distributeur van de
geselecteerde baan aangezet.
Sweep - Met deze selectie wordt de motor van de sweep van de geselecteerde
baan aangezet.
stop/run-schakelaar "aan" wordt gezet. Hiermee kan de monteur ook de
distributeurmotor laten draaien, door de pijltoets omhoog ingedrukt houden.
21