Handige opnamefuncties
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
•
Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken
om het beeldgebied binnen het AF-kader te vergroten.
Foto's
Configureer de instelling.
Tik op H, tik op n, selecteer
[Raster] op het tabblad 4 en selecteer [Aan]
(p. 52).
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Uit].
Configureer de instelling.
Tik op H, tik op n, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad 4 en
selecteer dan [Aan] (p. 52).
Controleer de scherpstelling.
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht dat
als hoofdonderwerp gedetecteerd is, wordt
nu uitvergroot.
Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
Films
Foto's
81