7 Inbedrijfstelling
4 Sluit de kabel tussen de units en de elektrische voeding als
volgt aan:
a
a
Verbindingskabel
b
Voedingskabel
c
Onderbreker
d
Aardlekschakelaar
e
Elektrische voeding
f
Aarde
5 Draai de klemschroeven goed vast. Gebruik bij voorkeur een
kruiskopschroevendraaier.
6.8
De installatie van de buitenunit
voltooien
6.8.1
De installatie van de buitenunit voltooien
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Zorg ervoor dat het systeem correct is geaard.
▪ Schakel
de
voeding
servicewerkzaamheden te beginnen.
▪ Installeer het servicedeksel alvorens de voeding in te
schakelen.
1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de
doorverbindingskabel:
c
a
d
b
e
f
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
c
Doorverbindingskabel
d
Vloeistofleiding
e
Isolatie vloeistofleiding
f
Afwerkkleefband
2 Plaats het servicedeksel terug.
6.8.2
De buitenunit sluiten
OPMERKING
Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat u
het aanhaalkoppel van 1,3 N•m NIET overtreft.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
20
50 Hz
c
d
220-240 V
b
e
f
3×
uit
alvorens
aan
6.9
Over de compressor
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
▪ Gebruik een pijpensnijder om de compressor te
verwijderen.
▪ Gebruik GEEN hardsoldeerbrander.
▪ Gebruik uitsluitend goedgekeurde koelmiddelen en
smeermiddelen.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Raak de compressor NIET aan met blote handen.
7
Inbedrijfstelling
7.1
Overzicht: Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
2
Het systeem testen.
7.2
Voorzorgsmaatregelen bij de
inbedrijfstelling
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
VOORZICHTIG
Laat het systeem NIET proefdraaien terwijl aan de
binnenunits wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zullen NIET alleen de buitenunit, maar
ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het
proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming
NIET. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou
dit letsels veroorzaken.
Tijdens de testfunctie starten de buitenunit en de binnenunits op.
Controleer of voorbereidingen van alle binnenunits voltooid zijn
(lokale leidingen, elektrische bedrading, ontluchten, ...). Zie de
montagehandleiding van de binnenunits voor meer informatie.
1×
1
2
1
ARXM25~35N2V1B9+RXM20~35N2V1B9
R32 Split-reeks
4P518023-5C – 2018.09