Controleer voor elke rit:
de remmen (met inbegrip van de parkeerrem)
de bandenspanning
de verlichting
dat alle onderdelen goed vastzitten
dat de accu voldoende is opgeladen (optioneel)
Neem contact op met uw dealer en gebruik uw fiets niet zodra u tijdens de controle
onregelmatigheden constateert!
Zoals met alle mechanische onderdelen, is de fiets onderhevig aan slijtage en hoge
belastingen. Als een component bezwijkt, kan dit zeer gevaarlijke situaties tot gevolg
hebben en kan dit leiden tot schade of letsel aan de gebruiker van de fiets. Iedere
vorm van scheuren, krassen of verandering van kleur in zwaar belaste delen van een
component is een indicatie dat het onderdeel moet worden vervangen.
Aandachtspunten tijdens het fietsen
Nadat u de fiets heeft afgesteld op de afmetingen van de berijder kunt u de fiets gaan
gebruiken.
De driewieler heeft een heel andere rijervaring dan een fiets met twee
wielen!
Oefen vooral met het besturen van bochten en met het remmen, omdat een
driewieler tegengesteld kan reageren dan u zou verwachten. Het kan zijn dat het
achterwiel aan binnenzijde loskomt bij een scherpe bocht. Om dit te voorkomen hangt
de berijder met het lichaam naar de binnenzijde van de bocht.
Één van de remhendels (meestal de rechter) bedient de rem op het voorwiel. Hierbij
is speciale voorzichtigheid geboden, omdat bij te krachtig remmen het voorwiel kan
blokkeren, wat tot een valpartij kan leiden. De berijder dient vertrouwd te zijn met
gedoseerd remmen van het voorwiel!
Indien op de fiets een elektromotor aanwezig is: Oefen met de starthulp
en achteruitrijfunctie. Let op dat tijdens het gebruik van de fiets, de
starthulp of achteruitrijfunctie niet onbedoeld wordt geactiveerd. Als
bijvoorbeeld voor het stoplicht spelenderwijs de trappers achteruit
worden gedraaid, zal de achteruitrijfunctie worden geactiveerd en gaat de
fiets achteruit rijden.
Hoge snelheden in de bochten en op oneffen terrein en extreme
stuurhoek kan tot het omslaan van de driewieler leiden!
Gebruiksaanwijzing
Driewielers 14.10
25