Instrumenten
Versnellingsstandindicator
De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator.
"-" verschijnt als niet goed in een versnelling is geschakeld.
u
Indicatoren
26
(Vervolg)
Indicator grootlicht
Controlelampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
Als deze gaat branden tijdens het rijden:
Oliedrukcontrolelampje
Gaat branden als de contactschakelaar in
de stand (On) wordt gezet.
Gaat uit na het starten van de motor.
Als het controlelampje gaat branden
terwijl de motor draait:
Indicator reservebrandstof
Gaat branden als er alleen nog reservebrandstof in de
tank aanwezig is.
(BLZ.23)
(BLZ.134)
(BLZ.135)