Het apparaat mag alleen worden gemonteerd en bediend in algehele
behuizingen die
voldoen aan de vereisten voor algehele behuizingen conform
l
IEC/EN 60079-0,
beschermingsgraad IP54 hebben conform IEC/EN 60529.
l
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
Het apparaat mag alleen worden aangebracht en bediend in Zone 1 als
het is gemonteerd in een algehele behuizing die voldoet aan
materieelbeschermingsniveau Gb.
Als intrinsiek veilige en niet-intrinsiek veilige circuits samen worden
gebruikt, moeten de verbindingen van de niet-intrinsiek veilige circuits
worden afgeschermd. De afscherming moet voldoen aan
beschermingsgraad IP30 conform IEC/EN 60529.
Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Let op de volgende punten bij het installeren van kabels en
ingangspoorten:
Sluit een apparaat met kabeleinden alleen aan op klemmen met
beschermingstype Ex e.
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Houd rekening met de isolatiestriplengte.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen te krimpen en deze
op de uiteinden van de geleider te plaatsen.
Trek nooit aan de kabel. Er kan een draad losraken van de klem en dan is
bescherming tegen elektrische schokken niet langer gegarandeerd. Trek
altijd aan de klem.
Ongebruikte kabels en ingangspoorten moeten worden verbonden met
klemmen of goed worden vastgezet en worden geïsoleerd.
Vereisten voor gebruik als geassocieerd apparaat
Als circuits met beschermingstype Ex i worden gebruikt met niet-intrinsiek
veilige circuits, dienen ze niet meer te worden gebruikt als circuits met
beschermingstype Ex i.
Intrinsiek veilige circuits van het geassocieerd apparaat (gemonteerd in
een veilige omgeving) mogen in explosiegevaarlijke omgevingen worden
gebracht. Neem de scheidingsafstand met alle niet-intrinsiek veilige
circuits conform IEC/EN 60079-14.
Neem de scheidingsafstand tussen twee naast elkaar gelegen intrinsiek
veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem de maximumwaarden van het apparaat in acht wanneer u het
aansluit op een intrinsiek veilig apparaat.
Houd bij het aansluiten van intrinsiek veilige veldtoestellen aan de
intrinsiek veilige circuits van het gekoppelde apparaat rekening met de
respectieve piekwaarden van de veldtoestellen en het geassocieerd
apparaat (controle van intrinsieke veiligheid). Neem ook IEC/EN 60079-14
en IEC/EN 60079-25 in acht.
Als meerdere kanalen van een apparaat parallel aan elkaar zijn
verbonden, dient u ervoor te zorgen dat de parallelle aansluiting direct bij
de klemmen van het apparaat wordt gemaakt. Neem bij de verificatie van
intrinsieke veiligheid de maximumwaarden voor de parallelle verbinding in
acht.
Als er geen L
- en C
-waarden zijn gespecificeerd voor het gelijktijdig
o
o
optreden van samengevoegde inductantie en capaciteit, geldt de
volgende regel.
De gespecificeerde waarde voor L
l
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het circuit heeft uitsluitend gedistribueerde inductantie en
l
capaciteit, bijv. in kabels en ingangspoorten.
De totale waarde van L
(exclusief kabel) van het circuit is < 1% van
l
i
de gespecificeerde L
-waarde.
o
De totale waarde van C
(exclusief kabel) van het circuit is < 1% van
l
i
de gespecificeerde C
-waarde.
o
Maximaal 50% van de gespecificeerde waarde voor L
l
gebruikt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De totale waarde van L
(exclusief kabel) van het circuit is ≥ 1% van de
i
gespecificeerde L
-waarde.
o
De totale waarde van C
(exclusief kabel) van het circuit is ≥ 1% van de
i
gespecificeerde C
-waarde.
o
De verminderde capaciteit voor gasgroepen I, IIA en IIB mag niet hoger
l
zijn dan 1 µF (inclusief kabel). De verminderde capaciteit voor
gasgroep IIC mag niet hoger zijn dan 600 µF (inclusief kabel).
Vereisten voor algehele behuizingen
Plaats de waarschuwingsmarkering "Waarschuwing – raadpleeg de
handleidingen!" op een zichtbare plaats op de algehele behuizing.
Plaats de waarschuwingsmarkering "Waarschuwing – niet-intrinsiek
veilige circuits beschermd door inwendige afscherming met
beschermingsgraad IP30!" op een zichtbare plaats op de algehele
behuizing.
Plaats de waarschuwingsmarkering "Waarschuwing – voorkom
elektrostatische oplading!" op een zichtbare plaats op de algehele
behuizing.
DOCT-6315B / 2022-06
en C
wordt gebruikt als aan een
o
o
en C
wordt
o
o
Voorkom tijdens het monteren, bedienen of onderhouden van het
apparaat elektrostatische opladingen die kunnen leiden tot
elektrostatische ontladingen.
Indien de algehele behuizing elektrisch geladen is, mag deze alleen
worden geopend voor onderhoud in Zone 1 als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
De verbindingen van de niet-intrinsiek veilige circuits moeten
l
beschermd worden door een behuizing met beschermingsgraad IP30.
Alle andere apparaten in de algehele behuizing moeten het openen
l
van de algehele behuizing toestaan wanneer deze elektrisch geladen
is in Zone 1.
Een bijbehorende markering is op de algehele behuizing aangebracht.
l
8. Gebruik, onderhoud, reparatie
Voordat het product wordt gebruikt, dient u het product te leren kennen.
Lees de handleiding zorgvuldig door.
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gebruikt.
Gebruik alleen accessoires die zijn gespecificeerd door de fabrikant.
Voer geen reparaties, wijzigingen of modificaties uit aan het apparaat.
Het vervangen van onderdelen kan gevolgen hebben voor de intrinsieke
veiligheid.
Als er een defect wordt geconstateerd, vervangt u het apparaat altijd door
een origineel toestel.
Verwijder het toestel alleen met het geïntegreerde verwijderingssysteem.
Het geïntegreerde verwijderingssysteem hanteert een
verwijderingsproces dat uit twee stappen bestaat.
1 . Ontgrendelen en wachten (raadpleeg de tabel voor de wachttijd)
2 . Verwijderen
Wachttijd
6 s
6 s
6 s
7 min
Duw de module in het slot totdat alle vergrendelingen achter hoorbaar op
hun plek zijn gesprongen. De module moet twee keer vastklikken.
Duw modules niet met te veel kracht in de slots. De achterste
verbindingen van het apparaat kunnen beschadigd raken als er te veel
kracht wordt gebruikt. In dit geval is de explosiebeveiliging niet meer
gewaarborgd.
Neem IEC/EN 60079-17 in acht voor onderhoud en inspectie van het
geassocieerde apparaat.
Indien de algehele behuizing elektrisch geladen is, mag deze alleen
worden geopend voor onderhoud in Zone 1 als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
De verbindingen van de niet-intrinsiek veilige circuits moeten
l
beschermd worden door een behuizing met beschermingsgraad IP30.
Alle andere apparaten in de algehele behuizing moeten het openen
l
van de algehele behuizing toestaan wanneer deze elektrisch geladen
is in Zone 1.
Een bijbehorende markering is op de algehele behuizing aangebracht.
l
Met uitzondering van FB-modules met Ex e-aansluitingen aan de
voorzijde, mogen alle FB I/O-modules, FB-voedingen, FB-
busaansluitmodules en FB-communicatie-eenheden worden vervangen in
Zone 1 terwijl ze elektrisch geladen zijn (vervanging tijdens operatie).
Bescherm de boosterkabel met een beschermingstype conform
IEC/EN 60079-0, wat overeenkomt met het vereiste
materieelbeschermingsniveau.
Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Let op de volgende punten bij het installeren van kabels en
ingangspoorten:
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Houd rekening met de isolatiestriplengte.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen te krimpen en deze
op de uiteinden van de geleider te plaatsen.
Trek nooit aan de kabel. Er kan een draad losraken van de klem en dan is
bescherming tegen elektrische schokken niet langer gegarandeerd. Trek
altijd aan de klem.
Ongebruikte kabels en ingangspoorten moeten worden verbonden met
klemmen of goed worden vastgezet en worden geïsoleerd.
9. Levering, transport, verwijderen
Controleer de verpakking en inhoud op schade.
Controleer of de levering compleet is en of de geleverde artikelen
overeenkomen met uw order.
Bewaar de oorspronkelijke verpakking. Bewaar en transporteer het
apparaat altijd in zijn originele verpakking.
2 / 3
Apparaat
I/O-modules FB*20*, FB*21*
Gateways FB8205 naarFB8209, FB8210 en
FB8211
Busaansluitmodules FB929*
Voeding FB9206*