In En Uitgangen; Bewaakte Ingangen; 9.1.1 Brandmeldgroepen; 9.1.2 Externe Blusactivatie - K&G GROEP u-FEP Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor u-FEP:
- Verkorte handleiding (12 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9
I
N EN UITGANGEN
9.1 B
EWAAKTE INGANGEN
De µ-FEP is voorzien van twee groepen voor automatische brandmelders, één groep voor externe
handmatige blusactivering en één groep voor de externe blusuitsteldrukknop. De ingangen worden
continu bewaakt op kortsluiting en/of draadbreuk. Daarnaast vindt er constant bewaking plaats van
de alarmwaarden. Alle ingangen hebben een eindweerstand van 10 kΩ. In serie met het alarmcontact
van blusactiverings- en uitstelknoppen een serieweerstand tussen 470 en 1 kΩ plaatsen.
9.1.1 Brandmeldgroepen
De µ-FEP is voorzien van twee groepen voor automatische brandmelders. Deze brandmeldgroepen
worden continu bewaakt op alarm of storing en zijn ingesteld op de volgende waarden:
Weerstand minder dan 100 Ω: STORING
Weerstand van meer dan 100 Ω en minder dan 1,5 kΩ: BRAND
Weerstand van meer dan 1,5 kΩ en minder dan 8 kΩ: STORING
Weerstand van meer dan 8 kΩ en minder dan 12 kΩ: RUST NORMAAL
Weerstand van meer dan 12 kΩ: STORING
Opm.
Bij toepassing van lineaire hitte detectiekabel met een weerstand < 450 Ω moet een weerstand van
470 Ω in serie worden aangesloten op een van de aders aan het begin van de meldgroep. Om te
voorkomen dat deze detectiekabel een storing in plaats van een brandalarm afgeeft. Bij warmte-
detectoren van het type Fenwal dient men in serie met het alarmcontact een weerstand van 470 Ω
te plaatsen. En parallel over het contact en serieweerstand heen, een eindweerstand van 10 kΩ.
De inbedrijfsteller moet ervoor zorgen dat er detectoren worden gebruikt met de juiste specificaties,
werkspanning en alarmweerstand. Het maximale aantal brandmelders in een groep is 4. Alle ingangen
worden bewaakt op draadbreuk en zijn ook beveiligd tegen kortsluiting. De voeding van alle melder-
groepen wordt geleverd vanuit de µ-FEP zelf en is onafhankelijk van de primaire voedingsspanning.
De µ-FEP brandmeldgroepen hebben in rust een spanning van 15 VDC. Elke meldergroep heeft een
eindweerstand van 10 kΩ nodig, ook als de meldergroep niet wordt gebruikt.
9.1.2 Externe blusactivatie
De µ-FEP heeft een aparte groep (ingang) voor een externe blusactivatiedrukknop. Deze externe
blusknop heeft dezelfde functie als de dubbele blusknoppen op de voorzijde van de µ-FEP. Door op
de externe blusknop te drukken, wordt de blusuitgang vrijgegeven. Afhankelijk van de dip-switch
instelling is het mogelijk de blusactivatie te vertragen. Deze vertraging kan, in stappen van
5 seconden, worden ingesteld van 0 tot 30 seconden.
9.1.3 Externe blusuitstel
De µ-FEP heeft een aparte groep (ingang) voor een externe blusuitstel (hold) drukknop. De externe
blusuitstel (hold) drukknop heeft dezelfde functie als de blusuitstel (hold) drukknop op de µ-FEP zelf.
Wanneer een blusactivatie aanstaande is en zich nog in de vertragingscyclus bevindt, kan men, door
deze drukknop ingedrukt te houden, de blusactivatie tijdelijk opschorten. Wanneer de blusuitstel-
knop wordt losgelaten zal de vertragingstijd opnieuw starten vanaf het vooraf ingestelde
tijdmaximum.
Gebruikersaanwijzing | µ-FEP-NL | 1 januari 2021 | versie 1.10 pagina 8
Advertenties
Inhoudsopgave
