7
S
PECIFIEKE OPTIES VAN µ
7.1 A
KOESTISCH ALARM
De µ-FEP heeft een intern attentiesignaal. Standaard worden storingen gesignaleerd met een continu
toonsignaal, alarmen met een pulserend toonsignaal. Afwijkende toonsignalering vindt plaats bij
blusactivatie en bediening van de hold (blusuitstel) functie. Daarnaast is er een uitgang voor een
externe alarmgever. De voeding van de bewaakte uitgang voor de externe alarmgever is onafhankelijk
van de primaire voedingsbron en wordt door de µ-FEP zelf gegeven. In geval van noodstroom neemt
de voedingsspanning voor de alarmgever af naar 9 VDC wat het geluidsniveau kan beïnvloeden.
7.2
NOODSTROOMVOORZIENING
De µ-FEP is voorzien van een noodstroomvoorziening van circa 3 uur. Om de maximale noodstroom
capaciteit te bereiken wordt het verbruik tijdens de noodstroom situatie zo laag mogelijk gehouden.
Tegelijkertijd worden alle primaire functies in stand gehouden. Zo wordt voorkomen dat de
noodstroomperiode door capaciteitsverlies van de oplaadbare batterij wordt verkort en de µ-FEP
eerder spanningsloos wordt. Bij gebruik van het MODBUS communicatie systeem vermindert de
noodstroom capaciteit met ongeveer 30 minuten. Om te voorkomen dat er onnodig noodstroom
wordt verbruikt zal de Modbus communicatie worden uitgeschakeld als er 5 minuten lang GEEN
communicatie heeft plaats gevonden. Advies is de oplaadbare lithium knoopcelbatterij LIR2477, om
de 3 jaar te vervangen
7.3 C
OMMUNICATIE
De µ-FEP heeft een Modbus-netwerkverbinding. Modbus maakt communicatie mogelijk tussen
apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten. Een Modbus-netwerk bestaat uit 1 hoofd en
maximaal 247 neveneenheden, elk met een uniek adres. Zie voor meer informatie de MODBUS
gebruikershandleiding.
7.4 B
LUSEENHEID AANSLUIT EENHEID
De µ-FEP heeft als extra optie een speciaal voor aerosol bluseenheden ontwikkelde aansluitdoos.
Zie hoofdstuk 18
7.5 H
ISTORISCH GEHEUGEN VIA EEN LAPTOP
De µ-FEP heeft een historisch geheugen van
10.000 gebeurtenissen. Ervan uitgaande dat de
laptop een USB poort heeft, kan de µ-FEP op een
laptop worden aangesloten om het logboek te
kunnen uitlezen. Sluit daarvoor de USB B
connector aan op de µ-FEP en het USB uiteinde
op de laptop. Het apparaat fungeert als een USB-
stick. Uw besturingssysteem maakt een nieuw
schijf station aan. De bestanden op het
schijfstation zijn tekstbestanden met een
geregistreerde gebeurtenis. Wanneer de µ-FEP
opnieuw wordt opgestart, wordt er een nieuw
bestand aangemaakt met een nieuw batchnummer in de bestandsnaam. Bedieningshandelingen,
gedetailleerde alarm- en storings-meldingen evenals relais sturingen worden vastgelegd in de tekst-
bestanden.
-FEP
(µ-ETB)
Gebruikersaanwijzing | µ-FEP-NL | 1 januari 2021 | versie 1.10 pagina 6