Inhoudsopgave
Advertenties
3
Plaats een geprepareerd monsterrek in de houder van het instrument. Zie Het monsterrek
laden/leegmaken voor instructies over het laden van het monsterrek. Schuif het monsterrek
vanaf de voorkant in het instrument totdat de houdervergrendeling in de linkerhoek van de
houder wordt gesloten (zie Afbeelding 1).
4
Als u minder dan drie rijen met monsters verwerkt, drukt u op DEC (Verlagen) om het aantal rijen
met monsters te verlagen tot de juiste instelling voordat u op START (Starten) drukt. Het aantal
rijen dat moet worden verwerkt, wordt tussen haakjes in de melding PRESS START (Druk op
START (Starten)) weergegeven. Wanneer u op DEC (Verlagen) of INC (Verhogen) drukt, wordt
het scherm dienovereenkomstig aangepast. Als er problemen optreden, volgt u de instructies die
op het scherm worden weergegeven.
5
Wanneer een monsterrekverwerkingscyclus voltooid is, klinkt er een geluidssignaal. Vervang het
voltooide rek door het volgende rek dat moet worden verwerkt, reset indien nodig het aantal rijen
en druk op START (Starten).
6
Inspecteer de centrifugeerbuisjes om te controleren of de juiste monsterhoeveelheid is
overgebracht. De toedieningsactie wordt automatisch gecontroleerd, maar er moet ook een
visuele inspectie van het juiste volumeniveau worden uitgevoerd in het geval van een
verstopping van de tip van een spuit of een systeemstoring. De juiste monsterhoeveelheid in
een buisje is:
12 mL ± 1 mL (4 mL dichtheidsreagens en 8 mL monster).
5.3
Het instrument uitschakelen
Wanneer het dagelijkse gebruik is afgerond en het instrument leeg is, drukt u de schakelaar
(op de rechterkant van het instrument) naar de stand UIT om het instrument uit te schakelen.
6
Systeemonderhoud
Voer indien nodig de volgende onderhoudswerkzaamheden van het systeem uit.
•
Schakel de stroom uit voordat u het systeem onderhoudt of reinigt.
•
Haal de kap niet van het apparaat af.
•
Bevat geen onderdelen die de gebruiker kan repareren.
•
Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door bevoegd personeel.
•
Besproei het systeem niet met vloeistof; overdadig vocht kan tot
elektrische risico's leiden.
•
Laat geen vloeistof binnendringen in de horizontale schuifgleuven
in de onderste kap en de ventilatiesleuven op de achterkant van het
instrument.
Reinig de monsterrekken na elk gebruik om kruisbesmetting te voorkomen.
1
Bevochtig een doekje met een antisepticum, zoals een 5-10% bleekmiddeloplossing.
Wring overtollige vloeistof uit het doekje.
LET OP
Systeemonderhoud
19
Advertenties
Inhoudsopgave
