Het apparaat draait, pompt echter geen water:
• Controleer of de vuilzeef (4) is verstopt en verwijder
mogelijke verstoppingen.
• Controleer of het waterpeil te laag is of het apparaat niet
volledig is ondergedompeld. Het apparaat indien nodig
dieper onderdompelen in het water.
• Controleer of de gebruikte slangdiameter te gering is.
• Controleer of de slang geknikt of geblokkeerd is. Verwijder
knikken en / of blokkades.
Het apparaat schakelt uit na een korte looptijd:
• Controleer het water op verontreinigingen. Bij een te sterke
watervervuiling loopt het apparaat warm en schakelt het
apparaat de thermische beveiliging het apparaat uit.
• Controleer of de watertemperatuur te hoog is. Het apparaat
is mogelijk warmgelopen door een te hoge
watertemperatuur en de thermische beveiliging is
geactiveerd.
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de stekker op beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
Pompopbrengst neemt af, resp. is te laag:
• Controleer of de vuilzeef (4) is verstopt en verwijder
mogelijke verstoppingen.
• Controleer de slangdiameter en de opvoerhoogte. Een te
grote opvoerhoogte bij een kleine slangdiameter kan leiden
tot een afname van de pompopbrengst.
• Controleer of de slang geknikt of geblokkeerd is. Verwijder
knikken en / of blokkades.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantendienst. Het apparaat indien
nodig voor reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch
vakbedrijf of naar Trotec brengen.
10
Onderhoud
Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
Aanwijzingen voor het onderhoud
Binnenin het apparaat bevinden zich geen door de gebruiker te
onderhouden of smeren onderdelen.
Veiligheidssymbolen en plaatjes op het apparaat
Controleer regelmatig de veiligheidssymbolen en plaatjes op het
apparaat. Vervang onleesbare veiligheidssymbolen!
Reiniging
• Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije
doek. Zorg dat elektrische onderdelen niet in contact
komen met vocht. Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen, zoals reinigingssprays, oplosmiddelen,
alcoholhoudende reinigingsmiddelen of schuurmiddelen
voor het bevochtigen van de doek.
• Het apparaat uitspoelen met handwarm schoon water.
dompelpomp voor grote diepte TDP 370 E / TDP 750 E
NL