Beveiliging configureren
Omschrijving pagina Beveiliging > VPN-tunnel
Gebruik de omschrijvingen en instructies in de volgende tabel om de VPN-tunnel
voor uw gateway te configureren. Klik nadat u uw keuzen hebt gemaakt op
Instellingen opslaan om uw wijzigingen toe te passen of op Wijzigingen annuleren
als u wilt annuleren.
Sectie
Veldomschrijving
VPN-tunnel Tunnelingang selecteren
Met deze optie kunt u een lijst weergeven met VPN-tunnels die zijn gemaakt.
De knop Maken
Klik op deze knop om een nieuwe tunnelingang te maken.
De knop Verwijderen
Klik op deze knop om alle instellingen voor de geselecteerde tunnel te verwijderen.
De knop Samenvatting
Klik op deze knop om de instellingen en de status van alle ingeschakelde tunnels weer
te geven.
IPSec VPN-tunnel
Met deze optie kunt u het IPSec-protocol voor de VPN-tunnel inschakelen of
uitschakelen.
Tunnelnaam
Voer de naam voor deze tunnel in.
Lokale
Selecteer de lokale LAN-gebruiker(s) die deze VPN-tunnel mogen gebruiken. Dit kan
beveili-
één IP-adres of één subnetwerk zijn. De lokale beveiligingsgroep moet overeenkomen
gingsgroep
met de externe beveiligingsgroep van de externe gateway.
IP
Geef het IP-adres van het lokale netwerk op.
Masker
Als de optie Subnet is ingeschakeld, typt u het masker waarmee u het IP-adres op het
lokale netwerk bepaalt.
78
4041325 Rev A