Hoofdstuk 2: De smartphone
gebruiken
Voor het eerst inschakelen
U schakelt de smartphone voor het eerst in, door de Aan/uit-toets ingedrukt te
houden totdat het scherm wordt ingeschakeld. Vervolgens wordt u gevraagd
enkele instellingen te configureren voordat u de smartphone kunt gebruiken.
Start door een taal te kiezen. Tik vervolgens in het volgende venster op de
groene android. Volg de rest van de instructies zodra ze op het scherm
verschijnen.
Meld u aan of maak een Google-account
Als er verbinding met internet is, kan de smartphone gegevens synchroniseren
met een Google-account.
Tijdens het opstarten kunt u zich aanmelden met uw account of een account
maken. Dit account wordt gebruikt om de contactlijst, e-mail, agenda en
andere gegevens te synchroniseren. Als u geen internetverbinding hebt, of
deze functie niet wilt gebruikt, tikt u op overslaan.
Diverse Google-accounts maken
U kunt eenvoudig diverse Google-accounts maken en openen. Tik op
Instellingen > Accounts en synchronisatie-instellingen > Account toevoegen.
Een nieuwe simkaart activeren
Als u de simkaart voor het eerst gebruikt, moet de simkaart eventueel worden
geactiveerd. Neem contact op met uw netwerkaanbieder voor details hierover.
De pincode invoeren
Als u de simkaart voor het eerst installeert, moet u een pincode invoeren met
het nummerblok op het scherm.
Belangrijk: Afhankelijk van de instellingen, moet u telkens als u de telefoonfunctie
inschakelt de pincode invoeren.
De smartphone blokkeren
Als u de smartphone een tijdje niet gebruikt, drukt u op de aan/uit-knop om de
smartphone te blokkeren. Dit spaart energie en zorgt ervoor dat de
smartphone niet onbedoeld gebruik maakt van diensten. De smartphone wordt
automatisch geblokkeerd als hij een tijdje niet wordt gebruikt. Stel deze
vertraging in door te tikken op Menu > Instellingen > Beeldscherm > Time-out
scherm.
Voor het eerst inschakelen
13