Bedieningsmogelijkheden
6
Bedieningsmogelijkheden
6.1
Overzicht van de bedieningsmogelijkheden
6.1.1
Bedieningsconcept
Bediening met DIP-schakelaar op de elektonicamodule
6.1.2
Elementen op de elektronicamodule
22
Voorbeeld elektronicamodule FEL44
1
LED rood, voor waarschuwing of alarm
2
LED geel, schakelstatus
3
LED groen, bedrijfsstatus (LED groen brandt = instrument ingeschakeld)
4
DIP-schakelaar voor instellen van de dichtheid op 0,7 of 0,5
5
Klemmen relaiscontact
6
Klemmen voedingsspanning
7
DIP-schakelaar voor MAX/MIN fail-safe
7
Inbedrijfname
7.1
Installatiecontrole
Waarborg voor de inbedrijfname van het meetpunt, dat de controles voor de installatie en
voor de aansluiting zijn uitgevoerd:
• "Controle voor de installatie" checklist → 14
• "Controle voor de aansluiting" checklist → 23
7.2
Opstarten van het meetinstrument
Gedurende de opstartperiode, is de uitgang van het instrument in de veilige status of in de
alarmstatus indien beschikbaar.
24
1 2 3
MAX
7
U = 19...55 V DC
MIN
~ ~
U 19...253 V AC
L1
N
6
1
2
3
>0,7
3 5
6
8
>0,5
4
7
4
5
6
7
8
Liquiphant FTL41
4
5
Endress+Hauser
A0039317