UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Houd het uiteinde van de draad vast, duw
5
de spoel omlaag met uw vinger en leid de
draad door de gleuf, zoals aangegeven.
• Als de draad niet juist door de spanningsveer
van het spoelhuis is geleid, is de
draadspanning mogelijk niet goed.
1
1 Spanningsveer
Terwijl u de spoel zacht omlaag drukt met
6
uw rechterhand, zoals aangegeven, leidt u
de draad door de gleuf (1 en 2). Trek de
draad naar u toe om deze af te snijden
met de draadafsnijder (3).
• Controleer dat de spoel gemakkelijk met de
klok mee draait.
2
1
2
3
1 Gleuf
2 Draadafsnijder (Snijd de draad af met de
draadafsnijder.)
17
7
1
Plaats het spoelhuisdeksel terug. Plaats
het uitsteeksel in de groef van de
loophuisborg en duw deze dicht.
1
2
1 Groef
2 Uitsteeksel
• Begin te naaien nadat u de onder- en
bovendraad hebt ingeregen. Wanneer u
plooien of pijlen naait, kunt u de onderdraad
met de hand omhoogtrekken, zodat er een
stuk draad overblijft. Zie de stappen in "De
onderdraad omhooghalen" (pagina 22).