De PIN-code van uw SIM-kaart instellen
Schakel de SIM-vergrendeling in om te voorkomen dat anderen uw SIM-kaart gebruiken. U moet
telkens als u uw apparaat inschakelt of uw SIM-kaart in een andere apparaat plaatst, de PIN van
uw SIM-kaart invoeren.
Zorg dat u de PIN van uw SIM-kaart van uw provider hebt gekregen voordat u de SIM-
vergrendeling inschakelt.
1
Open
Instellingen.
2
Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen aan en selecteer
kaartvergrendeling om de instellingen voor de SIM-vergrendeling te openen.
3
Schakel SIM-kaart vergrendelen in. Voer de PIN van uw SIM-kaart in en raak OK aan.
Als u de PIN van uw SIM-kaart wilt wijzigen, raakt u SIM PIN-code wijzigen aan en volgt
u de instructies op het scherm.
U moet de PUK-code invoeren als u het maximale aantal incorrecte PIN-pogingen
l
overschrijdt. De SIM-kaart wordt permanent vergrendeld als u de PUK-code te vaak
verkeerd invoert.
Neem voor meer informatie over deze limieten contact op met uw provider.
l
Versleutelen van bestanden op de microSD-kaart
Versleutel bestanden op uw microSD-kaart om ze ontoegankelijk te maken op andere
apparaten.
Verwijder tijdens het versleutelen of ontsleutelen van bestanden niet de microSD-kaart,
l
aangezien dit de bewerking kan afbreken of kan leiden tot gegevensverlies.
Zorg ervoor dat u uw microSD-kaart ontsleutelt voordat u uw apparaat terugzet naar de
l
fabrieksinstellingen.
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
l
1
Open
Instellingen.
2
Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen aan. Selecteer SD-kaart
versleutelen en volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen.
Om uw microSD-kaart te ontsleutelen, raakt u SD-kaart ontsleutelen aan en volgt u de
instructies op het scherm.
Wachtwoord van de microSD-kaart instellen
Codeer uw microSD-kaart om ongeautoriseerde toegang tot uw gegevens te voorkomen. Er
wordt u gevraagd een wachtwoord in te voeren wanneer de microSD-kaart in een ander
apparaat wordt geplaatst.
Beveiliging en back-up
61