Gebruikshandleiding
3. In gebruik nemen
Bij het uitvoeren van de volgende stap komt er gas vrij.
Neem maatregelen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
3.1 Controlepunten vóór in bedrijf nemen
De gasdrukregelaar mag in gebruik genomen worden, als aan de volgende punten voldaan is:
Controleer of de ingestelde drukwaarden P
•
gasdrukregelstation. Zie controlerapport, welke is meegeleverd met de regelaar.
De uitlaatafsluiter dient gesloten te zijn.
•
De uitlaatzijde dient drukloos te zijn.
•
Maak eerst het uitlaatgedeelte drukloos, voordat het inlaatgedeelte op druk
gebracht wordt. Dit om krom drukken van de membraanschotel te voorkomen.
Open vervolgens de inlaatafsluiter (drukopbouw). Als de inlaatdruk P
kan door middel van het bedienen van het drukvereffeningventiel op het huis van de gasdrukregelaar,
langzaam het drukverschil over de veiligheidsafslagklep opgeheven worden (zie figuur 2, item D).
Tijdens het vereffenen van de druk, zal Pd oplopen tot de ingestelde waarde. Vervolgens kan de
veiligheidsafslagklep gereset worden. De gasdrukregelaar zal gaan leveren, als de inregelkraan (zie figuur
1) geopend wordt.
overeenkomen met het ontwerp van het
d
DDD3103GHNL/12-2021/rev.B3
RS350S PN16 DN50
aanwezig is (druk rustig opvoeren),
u
5